Vaste marktkramen straks verleden tijd? Jansen (FVD) stelt Kamervragen
Een bloemetje of een broodje halen bij je vaste kraam in de stad. Het kan straks zomaar verleden tijd zijn. Ondernemers in gemeente Utrecht laten aan het Algemeen Dagblad weten een brief te hebben ontvangen waarin staat dat hun standplaatsvergunning bij aanvraag niet automatisch zal worden verlengd. Volgens nieuwe Europese wetgeving zou het ‘oneerlijk’ zijn voor andere ondernemers, en vervalt daarom de voorrangsregeling bij het heraanvragen van een vergunning.
Decennia aan werk
Het nieuws slaat in als een bom. “Mijn inkomen en hypotheek: alles is hierop gebaseerd. Ik vind het niet menselijk. Mijn zaak is mijn lust en mijn leven en dat willen ze van me afpakken”, zegt Nico van der Ven. Hij is bloemist en eigenaar van de zaak die zijn opa 70 jaar geleden oprichtte.
“Ik heb me er rot voor gewerkt en nu krijg je een brief: zoek het maar uit. Ik wil duidelijkheid, maar die krijg ik niet.”
En hij is niet de enige. Dit jaar lopen er 90 vergunningen af in Utrecht. Alexander Veldhuijzen, kaasboer in Vleuten, dreigt na 30 jaar zijn zaak te moeten sluiten. “Ik heb gevraagd: ‘Kan het niet via een sollicitatie ofzo?’ Het is best wel heftig, want dit is ook gewoon een groot deel van mijn inkomen. En een nieuwe kaasplek is gewoon heel moeilijk te bekomen.” Met een petitie hoopt hij de gemeente op andere gedachten te kunnen brengen.
Lokale cultuur
Veel van deze marktkramen en winkels zijn diep ingebed in de lokale cultuur. Soms dus wel generatieslang. Maar door de Europese Dienstenrichtlijn dreigen ze te verdwijnen. De richtlijn werkt direct door in onze wetten, zonder dat de Nederlandse volksvertegenwoordiging er iets over te zeggen heeft. Er heerst bij de ondernemers veel onvrede over de manier waarop Brussel zelfs op lokaal niveau onze regelgeving en cultuur beïnvloedt.
Kleinschalige ondernemingen dreigen te verdwijnen. De lokale cultuur staat onder druk. En wie weet welke gemeenten nog meer tot dit besluit zullen komen? FVD-Kamerlid Frederik Jansen maakt zich grote zorgen om deze ingrijpende veranderingen. Daarom stelt hij Kamervragen aan minister van Economische Zaken en Klimaat Rob Jetten.
De Kamervragen van het lid Jansen leest u hieronder.
Vragen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat inzake het verlopen van vergunningen door nieuwe Europese regels
Vraag 1
Is de Minister bekend met de berichten “Paniek bij kaasboer Veldhuijzen: na 30 jaar op vaste plek in Vleuten is petitie laatste hoop op blijven” van 13 januari jongstleden en “Bloemetje of broodje op vertrouwde plek op straat kopen? Dat is straks mogelijk verleden tijd” van 25 november jongstleden in het Algemeen Dagblad (https://www.ad.nl/utrecht/paniek-bij-kaasboer-veldhuijzen-na-30-jaar-op-vaste-plek-in-vleuten-is-petitie-laatste-hoop-op-blijven~aae27ad4/, https://www.ad.nl/werk/bloemetje-of-broodje-op-vertrouwde-plek-op-straat-kopen-dat-is-straks-mogelijk-verleden-tijd~aba02576/)?
Vraag 2
Heeft de Minister een beeld van hoeveel Nederlandse ondernemers hun vaste standplaats dreigen te verliezen door de nieuwe Europese aanbestedingsregels?
Vraag 3
Is de Minister het met ons eens dat deze ondernemingen (vaak na tientallen jaren) onderdeel zijn geworden van de lokale cultuur en dat er daarom meer dan alleen economische afwegingen een rol zouden moeten spelen in het toekennen van standplaatsvergunningen?
Vraag 4
Is de Minister voornemens maatregelen te nemen om te voorkomen dat ondernemingen die diepgeworteld zijn in hun lokale cultuur zullen komen te verdwijnen?