Klokkenluider bij UvA in de problemen, Ralf Dekker stelt Kamervragen
Het rommelt op de Universiteit van Amsterdam (UvA). Woensdag 18 januari verscheen in universiteitskrant Folia een kritisch opiniestuk van UvA-docent en onderzoeker Laurens Buijs over de “woke-cultuur” binnen de universiteit. Een dag later lichtte hij zijn uitspraken toe bij radioprogramma Dit is de Dag: het diversiteitsdenken is doorgeslagen en bedreigt de academische vrijheid op universiteiten in heel Nederland.
Volgens Buijs is het niet meer mogelijk om wetenschappelijke kritiek te uiten die niet binnen het diversiteitsbeleid van de universiteit valt. Zo heeft hij als sociaal wetenschapper kritiek op het fenomeen “non-binair”. In plaats van de discussie hierover aan te gaan, beschuldigen studenten en collega’s hem van discriminatie en het bedreigen van hun “safe space”. Het zou overigens niet blijven bij sociale uitsluiting: ook kampen kritische onderzoekers met censuur, onveiligheid en (dreiging met) ontslag.
Buijs – die bij de laatste verkiezingen nog op BIJ1 stemde en een onderneming heeft op het gebied van diversiteit en inclusie – heeft een beroep gedaan op de klokkenluidersregeling van de UvA. Bij het college van bestuur van de UvA heeft hij gevraagd om een onderzoek naar de zorgelijke ontwikkelingen binnen het instituut. Ook vroeg hij om met een actieplan te komen ter bescherming van de academische vrijheid. Dat onderzoek moet de UvA nu afwachten.
Het is dan ook schokkend dat opleidingsdirecteur Michaela Hordijk namens docenten, bestuurders en ondersteunende staf van de UvA ondertussen “nadrukkelijk afstand” neemt van de uitspraken van Buijs. Hiermee wordt een klokkenluider publiekelijk voor de bus gegooid. Dat is in strijd met de wet, zoals Buijs maandag twitterde.
Voor FVD-Kamerlid Ralf Dekker was het reden om de kwestie aan te melden voor het wekelijkse Mondelinge Vragenuur in de Tweede Kamer. Kamervoorzitter Bergkamp gaf de vragen geen prioriteit: ze werden niet gekozen.
Daarom stelt Dekker schriftelijke vragen aan minister Dijkgraaf (OCW) waarbij hij tevens oproept tot herstel van de academische vrijheid binnen Nederlandse kennisinstituten.
De Kamervragen van het lid Dekker leest u hieronder.
Vragen van het lid Dekker aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten
Vraag 1
Bent u bekend met het opiniestuk “Woke cultuur bedreigt de academische vrijheid bij sociale wetenschappen” van UvA-docent en onderzoeker Laurens Buijs d.d. 18 januari jl. en zijn interview bij Dit is de Dag d.d. 19 januari jl.?
Vraag 2
Acht u het wenselijk dat kritische academici zoals dhr. Buijs te maken krijgen met sociale uitsluiting, censuur en zelfs onveiligheid en (dreiging tot) ontslag wanneer zij maatschappelijk ongewenste, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten innemen? Acht u het wenselijk dat academici zich niet durven uitspreken uit angst voor bovenstaande consequenties?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat een onderzoeker die zich kritisch uitlaat over het coronabeleid op de UvA wordt bestraft en na vijftien jaar trouwe dienst een functie bij een summer school verliest?
Vraag 4
Deelt u de mening van dhr. Buijs dat een academische omgeving naast seksuele, etnische, religieuze diversiteit, etc. ook politieke en ideologische diversiteit dient te kennen? Vindt u het zorgelijk dat een onderzoeker als dhr. Buijs aangeeft dat deze politieke en ideologische diversiteit op Nederlandse universiteiten vrijwel verdwenen is?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de constatering van dhr. Buijs dat de academische vrijheid op de UvA – en andere Nederlandse universiteiten – in gevaar is? Onderschrijft u deze constatering? Kunt u dit toelichten?
Vraag 6
Bent u bekend met het bericht “UvA neemt afstand van uitspraak docent over ‘het verschijnsel non-binair’” in het Parool d.d. 20 januari jl.?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat de UvA een docent – die bovendien een beroep heeft gedaan op de klokkenluidersregeling – op deze wijze afvalt?
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de manier waarop de UvA omgaat met kritiek van eigen docenten en onderzoekers? Acht u deze omgang wenselijk? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de academische vrijheid in Nederland wordt hersteld?
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en zo spoedig mogelijk beantwoorden?