menu

Column Paul Cliteur

"Kabinet minacht volksvertegenwoordiging"

"Kabinet minacht volksvertegenwoordiging"

Vorige week is parlementaire geschiedenis geschreven: een kabinet dat demonstratief de vergaderzaal verlaat tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen omdat één Kamerlid iets zegt dat vicepremier en minister van Financiën Kaag niet bevalt. Als dit een precedent wordt voor meer, staat ons nog wat te wachten. Het weglopen van het kabinet is in strijd met art. 42 van de Nederlandse grondwet dat zegt: “de ministers zijn verantwoordelijk”. En die verantwoordelijkheid hebben ze niet primair tegenover de pers. Niet tegenover hun familie. Niet tegenover hun echtgenoot. Niet tegenover God weet wie. Maar tegenover de volksvertegenwoordiging. Wanneer een of meer leden van het kabinet dan ook zeggen tegen een volksvertegenwoordiger “U wil ik niet aanhoren, ik verlaat de zaal” dan is dat iets nieuws in de geschiedenis van de parlementaire democratie.

Maar men mag toch niet de integriteit van minister Kaag ondermijnen door haar een cultuurmarxisme toe te dichten dat te maken heeft met de plaats waar zij is opgeleid: St. Antony’s College, Oxford? Eerlijk gezegd wel ja. Dat is onderdeel van het politieke debat. Het is overigens ook precies wat door de D66-fractie, inclusief minister Kaag zelf, voortdurend gebeurt. Een manifestatie daarvan had eerder op de dag plaatsgevonden naar aanleiding van de beschouwingen van Wilders. Die werd door D66-Kamerlid Paternotte onderbroken bij zijn betoog met de aantijging dat hij, Wilders, de bedrijfspoedel van Poetin zou zijn.

Daarmee suggereert Paternotte dat de leider van de grootste oppositiefractie in de Kamer niet de belangen van Nederland dient, maar die van een andere natie. Opmerkelijk. Als de PVV-fractie dezelfde houding zou hebben gehad tegenover het democratisch debat als die het Kabinet later op de dag legde met het “wegloop-incident” dan zou op het moment dat Paternotte zijn vileine suggestie lanceerde de gehele PVV-fractie (aangevuld met sympathisanten uit andere fracties) de zaal hebben moeten verlaten. Uit protest. Maar dat was niet wat de PVV-fractie deed. Wilders gaf antwoord en ging uitleggen dat hij de belangen van de Nederlanders vertegenwoordigde en niet die van de Oekraïners. Zo hoort dat te gaan. Dat is democratie.

Er is dan ook geen enkele reden waarom minister Kaag niet zo’n zelfde discussie zou voeren met Baudet waartoe hij haar uitdaagde. Dan had ook de minister-president even kunnen uitleggen dat het WEF een gewoon praatclubje is waar hij wat inspiratie opdoet, maar dat natuurlijk de Tweede Kamer zijn primaire controlerende instantie is waar hij zich op richt.

Nu koos het kabinet voor iets anders. Men loopt weg. Dat was een superieur vertoon van minachting voor de volksvertegenwoordiging. Niet alleen voor Baudet. Volgende keer kunnen andere Kamerleden en partijen getrakteerd worden op de weglooptruc. Als Van Haga naar het hooghartig oordeel van het kabinet “onwelriekende reuzel” (Yeşilgöz) verspreidt dan loopt men gewoon weg. Is de kritiek van Wilders of Marijnissen een beetje te indringend? Men loopt weg.

Consequent doorgedacht en gepraktiseerd komt dat neer op de “democratie” zonder oppositie. Dat kunnen toch zelfs de huidige coalitiepartijen niet willen?