Buitenlands chemisch afval in Nederlands voedsel? FVD stelt Kamervragen!
Het is 22 november 2019. Het is koud maar zonnig wanneer actief FVD-lid Annemieke van Straaten samen met de fractieleider FVD Gelderland Arjan de Kok en documentairemaker Jero van de Ven zich met z’n drieën over de zanderige paden richting het grindgat Weurt begeven.
Aanleiding is de film “Zwart Zand” die Jero maakte en in juli 2019 op YouTube publiceerde (1). Na 20 minuten van prachtige natuurbeelden van de Waal en de Uiterwaarden bij Nijmegen brengt Jero een aantal zeer zorgwekkende ontwikkelingen in beeld. In het rivierengebied worden ‘projecten’ uitgevoerd. Bestaande zand- en grintgaten worden volgestort met vervuild buitenlands slib. Verderop worden er nieuwe zand- en grintgaten gegraven. De Uiterwaarden worden steeds vaker bezocht voor recreatie, wandelen, vissen, barbecueën en zwemmen. De bezoekers zijn zich niet bewust van het gevaar waar zij zich aan blootstellen. In de Weurtse Uiterwaarden is vroeger veel chemisch afval en vliegas gestort. Daar staan nu waarschuwingsbordjes. Maar na zoveel jaar gaan deze toxische stoffen zich langzamerhand verder verspreiden over het land en door het water. Inmiddels kan Nijmegen haar drinkwater niet meer lokaal oppompen, maar komt het met een lange leiding uit de regio van Wageningen.
Je zou denken dat de vervuiling van de jaren 1950 tot 1995 (Lekkerkerk, Volgermeerpolder, etc) een overblijfsel van een andere tijd is, waarin we slordiger met ons milieu omgingen, vaak tegen beter weten in. Al een aantal jaren lopen er projecten die mogelijk ooit met een zuiver motief begonnen zijn, zoals “Ruimte voor de Rivier”, één van de grootste projecten van Rijkswaterstaat. Langzamerhand zijn deze projecten verweven geraakt met een aantal duistere praktijken en partijen. Het lijkt zo mooi: zand en grind wordt gewonnen ten behoeve van de woning- en wegenbouw. De diepe putten worden vervolgens ‘verondiept’ om de natuur en biodiversiteit te herstellen. De werkelijkheid is dat het hier om een miljoenen business gaat, waarbij de regels worden opgerekt of geschonden, terwijl toezicht tekort schiet en toezichthouders een oogje toeknijpen (2).
Wat spelers:
Speler 1:
‘Nederzand’, een consortium van zandwinningsbedrijven die als kartel het zand in Gelderland en Limburg monopoliseerde en daardoor de prijs kon opdrijven. Dit is officieel verboden door de NMA, maar in de praktijk is dit kartel zelfs gegroeid, en participeert in de hieronder genoemde projecten middels allerlei zijtak bedrijfjes. Er worden door dit consortium diepe zand- en grindgaten gegraven voor de zandwinning en het schone zand en grind wordt aan het buitenland verkocht.
Speler 2:
Stichtingen zoals ‘Ark’ en ‘Stroming’. Zelfbenoemde eco-bedrijfjes, overigens zonder wetenschappelijke basis, die in heel Nederland een formule kopiëren die er als volgt uitziet: “Er is te weinig biodiversiteit (of te weinig van een bepaald beestje). Dat lossen we op met vernatting of verondieping - maar in ieder geval moet de boer die zijn vee ergens laat grazen weg en onteigend worden. Vervolgens wordt met veel ‘natuursubsidies’, gemeenschapsgeld, het landschap veranderd. Omdat het landschap ‘beter’ wordt, mag er verderop weer zand gewonnen of gebouwd worden. Wanneer er eenmaal een diepe plas is, dan mag die vergunningsvrij worden volgestort om de natuur te ‘herstellen’. Volgens de richtlijnen moet dat met lokale grond, maar als het gat te groot is (en dat is het altijd) mag je slib uit het buitenland importeren. En dan komt Nederzand weer langs, want die handelt ook in vervuilde slib en grond. Buitenlands verontreinigd slib wordt in het gat gestort, en zo wordt er 2x veel geld verdiend. Uit een recent onderzoek door het Ministerie (3), blijkt dat de zelfregulering wat betreft het controleren van grond en bagger en de handhaving daarop op alle fronten tekortschiet.
Speler 3:
Stichtingen zoals “Free Nature” maar ook Staatsbosbeheer en stichting Natuurmonumenten krijgen na de onteigening en landschapsverandering het beheer van de gronden. Een gewone boer komt hier niet aan te pas, en er wordt voornamelijk vee als ‘wild’ en ‘oerrund’ gehouden. Echter, zonder de strenge regels die voor veehouders wel gelden ten aanzien van mestafvoer, inentingen, dierenwelzijn, stamboek, oormerken, controles, etc. Het vlees van deze dieren wordt onder hippe natuur-namen verkocht, maar hier wreekt zich de wijze waarop men aan dit soort terreinen is gekomen: De dieren zijn als op één na laatste schakel in de voedselketen, een verzameling van dioxines en andere verontreinigingen gaan vormen. Tenslotte komt het verontreinigde vlees in de handel, wederom zonder dat dit onder toezicht van de NVWA staat. De belangen van de NVWA zijn nog niet duidelijk, maar deze organisatie is al langer in opspraak, en oud-inspecteurs beginnen langzamerhand de publiciteit te zoeken.
In het rundvlees uit Munnikenland bij Slot Loevestein in de Bommelerwaard is tot tweemaal de maximale norm aan dioxine en pcb’s gevonden. Dit terrein is van Staatsbosbeheer. In de levers van de runderen van Stichting Taurus, die grazen rond de Kaliwaal langs de Waal bij Beneden-Leeuwen, is tot vijf maal de norm aangetroffen. Dit gebied is van de Provincie Gelderland. Het verondiepen met verontreinigde slib uit onder andere Lobith is inmiddels stilgelegd. Maar waar gaat dit rundvlees uiteindelijk naartoe? Ligt het anoniem in de schappen bij de supermarkt?
Voor de Koornwaardse plas in Den Bosch wordt klakkeloos de tekst gepresenteerd: “We gaan de plas verondiepen zodat de natuur zich verder kan ontwikkelen”. Maar onderzoekers Fons Smolders, Mark van Mullekom, Hilde Tomassen en Piet-Jan Westendorp van Onderzoekcentrum B-WARE geven in hun onderzoeksrapport ‘Waterkwaliteitsproblemen tot in de bodem uitgezocht’ duidelijk aan dat de argumenten van stichtingen Ark en Stroming drogredenen zijn (4). Verondieping is niet nuttig of functioneel. De laatste wetenschappelijke kennis laat juist zien dat diepe plassen doorgaans een betere waterkwaliteit hebben en ook een hogere biodiversiteit kunnen hebben dan ondiepe plassen en dat het verondiepen van diepe plassen ten behoeve van natuurontwikkeling eerder negatieve dan positieve effecten heeft op de ecologie van een plas. En je hoeft geen wetenschapper te zijn om te snappen dat in de zomer ondiepe plassen zo warm worden dat massale vissterfte het gevolg is.
Ook milieuchemicus Joop Harmsen van Wageningen Environmental Research uit stevige kritiek op deze praktijk (5). Hij noemt als voorbeeld de plannen om in de Redichemse Waard bij Culemborg vervuilde grond te storten die vrijkomt bij de aanleg van een metrolijn in Parijs.
De projecten blijven maar komen: Het project ‘Over de Maas’, waar verontruste bewoners, verenigd in het burgercollectief Dreumelse Waard aan de bel trokken nadat ze een stroom van afval in het water zagen drijven. “Een foutje”, beaamde Rijkswaterstaat. Maar de fout is al veel eerder gemaakt: Het op de mouw spelden dat ook hier ‘nieuwe natuur wordt ontwikkeld’ waarbij vervuilde grond en slib als ‘grondverbeteraars’ worden gestort – terwijl dit elders in Europa zonder dit misleidende ‘marketinglabel’ verboden is.
Inmiddels is verondiepen niet genoeg. Waar er geen gaten te vullen zijn worden er eilandjes gemaakt. Tenslotte gaat het om de tonnen slib en andere materialen die hiervoor ingezet kunnen worden. Zodoende zijn – wederom onder het mom van het ‘ontwikkelen van nieuwe natuur’ – de Markerwadden op de bodem van het Markermeer gestort. Lokale bestuurders van de Provincie Flevoland lijken het eco-gezwam opnieuw voor zoete koek te slikken. Pas na vragen van FVD Flevoland blijkt in de Markerwadden granuliet te zijn gestort. Qua hoeveelheden nog niets vergeleken met de 150.000 kubieke meter die even verderop voor het windmolenpark bij Urk blijkt te zijn gestort.
En daarmee is speler nummer 4 in zicht gekomen: Graniet Import Benelux (GIB), met als moederbedrijf Bontrup (6). Dit bedrijf had zoveel granuliet in het Westelijk havengebied van Amsterdam liggen, dat er geen ruimte meer was voor meer opslag en Rijkswaterstaat onder druk werd gezet mee te werken aan het storten ervan. Met granuliet, een afvalproduct van de steen- en asfaltindustrie, lijkt het nieuwste ‘gifschandaal’ zich aan te dienen. Om granuliet compact (steekvast) te maken wordt een bindmiddel (flocculant) toegevoegd, waar polyacrylamide in zit. Door temperatuurschommelingen, chemische processen en verweer kan hieruit acrylamide vrijkomen. Acrylamide is een neurotoxine of Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS), die giftig is voor mens, dier en milieu. In het hiervoor genoemde project ‘Over de Maas’ is door Rijkswaterstaat een half miljoen tot 750.000 ton granuliet gestort, met daarin tienduizenden kilo’s van het potentieel gevaarlijke polyacrylamide. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat Rijkswaterstaat er in haar ‘model’ voor het vrijkomen van het giftige acrylamide met een factor 1000 naast zit. Hoewel Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat de rekenfout van Rijkswaterstaat ‘absoluut betreurenswaardig’ vindt, blijft zij van mening dat dit ‘geen invloed heeft op de eerdere conclusie dat de toepassing van granuliet risico’s oplevert voor mens en milieu’ (7). Het onderzoek waarin de conclusie werd getrokken dat flocculant geen milieuhygiënische risico’s met zich mee brengt werd uitgevoerd in opdracht van GIB, Graniet Import Benelux (8). FVD Gelderland eist vanuit de provincie dat Rijkswaterstaat onmiddellijk stopt met het storten van granuliet op Gelders grondgebied en dat bestaande stortlocaties worden gesaneerd.
De provincies zijn echter beperkt in wat zij kunnen bereiken, omdat zij geen ‘bevoegd gezag’ zijn voor de gebieden waar landelijke ‘beheerders’ zoals Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor zijn. Hierom is het belangrijk dat de minister niet wegkijkt, maar hard ingrijpt. Het gaat niet alleen om de natuur en dierenwelzijn, maar ook om onze volksgezondheid.
FVD stelt de volgende schriftelijke vragen:
Schriftelijke vragen van het lid Baudet (FVD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) over het artikel ‘Ons ‘vlees’ graast op giftige grond: ‘Je neemt daarmee wel bewust een risico’’ van De Gelderlander op 19 september 2020
- Bent u bekend met het artikel ‘Ons ‘vlees’ graast op giftige grond: ‘Je neemt daarmee wel bewust een risico’’ van De Gelderlander op 19 september 2020? (9)
- Bestaat er een nationaal overzicht van alle grassige gebieden waarbij het gevaarlijk zou zijn om dieren hierop te laten grazen, met name als het vlees is bedoeld voor menselijke consumptie? Zo ja, waar is dit overzicht te vinden? Zo nee, wordt dit overzicht opgenomen in het lopende onderzoek van de NVWA naar de herkomst van o.a. dioxines? Bent u bereid dit overzicht daarin op te nemen?
- Kunt u aangeven of het natuurvlees ook in de reguliere handel terecht is gekomen en zo ja: hoe en waar?
- Kunt u aangeven of er ook natuurvlees aan het buitenland is verkocht?
- Kunt u uitsluiten dat er vlees voor menselijke consumptie is of wordt aangeboden met te veel dioxine? Zo nee, waarom niet?
- De NVWA schrijft op haar website dat ze dioxine risicogebaseerd monitort. Vallen de grazers in de uiterwaarden onder een hoger risicoprofiel? Zo nee, waarom niet? (10)
- Bent u bereid de NVWA natuurvlees niet alleen te laten testen op dioxine en PCB’s maar ook op andere toxische stoffen, zoals cadmium, lood, kwik, chroom, PAK, arseen, nikkel en waterstoffluoride? Zo nee, waarom niet?
- Kunt u aangeven waarom er al jarenlang niet of sporadisch wordt gecontroleerd op de veiligheid van natuurvlees?
- Ziet u een eventueel verbod op het begrazen van de uiterwaarden als een tijdelijke maatregel?
- Bent u bereid om werk te maken van het reinigen van de rivierbodems en de uiterwaarden?
- In hoeverre draagt de granulietstort, onder andere in natuurplassen, bij aan de verontreiniging van plassen, rivierbodems en uiterwaarden met de stof acrylamide, een Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS)?
- Bent u bereid om het adviesrapport dat vorig jaar is opgesteld over het actualiseren van de lozingsvergunningen voor bedrijven te delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?
- Hoe verhoudt uw voornemen om voor ZZS'en zoveel mogelijk de kraan dicht te draaien met de voornemens van Rijkswaterstaat om door te gaan met de granulietstort?
- Erkent u dat decentrale overheden waken over de kwaliteit van het grond-, oppervlakte- en drinkwater? Zo ja, acht u de decentrale overheden bevoegd om bij de Raad van State in beroep te gaan als zij van mening zijn dat een gebiedsbeheerder beleid voert dat leidt tot een onaanvaardbaar negatief effect op de waterkwaliteit? Zo nee, waarom niet?
- Bent u bereid om Rijkswaterstaat en andere gebiedsbeheerders te sommeren onmiddellijk te stoppen met de granulietstort? Zo nee, waarom niet?
- Bent u bereid om de stortplaatsen voor granuliet en andere verontreinig(en)de stoffen te saneren? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?
- Staat u het toe dat een decentrale overheid, in goed overleg met de gebiedsbeheerder, overgaat tot het saneren van een stortplaats voor granuliet en/of andere verontreinig(en)de stoffen? Zo ja, bent u bereid om deze partijen desgevraagd te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
Voetnoten:
(1) https://youtu.be/vNMjd7YEtcU en https://youtu.be/3xYgsY3r4LI
(2) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/waarom-verdwijnt-vervuilde-grond-in-onze-natuurplassen
(3) https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020D36198&did=2020D36198 en https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/09/18/toelichting-van-wim-kuijken-bij-zijn-rapportage-%E2%80%98kleine-korrels-grote-discussie%E2%80%99-over-granuliet-en-het-besluit-bodemkwalitei
(4) ttps://www.b-ware.eu/sites/default/files/bestanden/Brochure_rol_waterbodem_waterkwaliteit_2019.pdf
(5) https://www.wur.nl/nl/nieuws/Het-gevaar-van-het-verondiepen-van-plassen-met-buitenlandse-bagger.htm
(8) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/rapport-granuliet-laat-fout-op-fout-zien-maar-pakt-niet-door
(10) https://www.nvwa.nl/onderwerpen/dioxine/wat-doet-de-nvwa