FVD eist opheldering over misstanden rondom nieuw prestigeproject RIVM
- Grote misstanden rondom nieuwbouwproject RIVM
- Tientallen miljoenen euro’s verspild door onbegrijpelijke keuzes
- Zoveelste voorbeeld van falende vastgoedprojecten van de overheid
- FVD wil de onderste steen boven krijgen omtrent dit project en eist snelle verbetering
Beeld: © Willy Damen
Al ruim een jaar zien we hoe de Nederlandse overheid in samenwerking met het RIVM op meerdere gebieden faalt bij de bestrijding van het coronavirus. Juist in deze dystopische tijd zouden wij onze overheid moeten kunnen vertrouwen, maar helaas maakt de Nederlandse overheid vaak dubieuze beslissingen en gaat het keer op keer fout. Nu ook weer met de bouw van het nieuwe hoofdkantoor van het RIVM op het Utrecht Science Park.
Allereerst wordt er al jaren gebakkeleid over het soort laboratoria dat wij in Nederland paraat zouden moeten hebben, indien er een virus als COVID-19 uitbreekt. Al in 2001 werd door het toenmalige kabinet geopperd een laboratorium te bouwen dat internationaal aan de hoogste veiligheidseisen zou voldoen. Een zogeheten Biosafety Level 4 laboratorium (BSL-4 laboratorium). Deze keuze werd ingegeven door de angst voor bio-oorlogen na de aanslagen op de Twin Towers in New York. Sindsdien hebben bijna alle landen om ons heen (waaronder België, Zweden, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk) dit soort laboratoria gebouwd, maar is er in Nederland nooit een heipaal de grond in gegaan. Waarom kunnen zoveel landen om ons heen het wel, maar Nederland niet?
Vervolgens werd na jaren aan bureaucratische overleggen en gefaalde projectplannen besloten dat het niet erg is om afhankelijk te zijn van de laboratoria in het buitenland. De plannen voor een BSL-4 laboratorium kwamen dus weer in de ijskast te staan. Ongelofelijk, maar waar.
In 2013 werd echter wel besloten dat het huidige hoofdkantoor van het RIVM niet meer voldeed aan de eisen en werd een locatie gekozen voor het nieuwe gebouw: het Utrecht Science Park. In dit gebouw zouden 275 hoogwaardige laboratoria worden gerealiseerd, waarvoor het nieuwe hoofdkantoor aan ongekend hoge veiligheidseisen moet voldoen. Onder meer het risico op trillingen moest uitgesloten zijn. Vooraf had men echter al kunnen concluderen dat de gekozen locatie in verband met de trillingsvereisten verre van ideaal is, omdat het nieuwe gebouw pal naast één van de drukste snelwegen van Nederland (A27) gebouwd wordt. Dagelijks razen er duizenden vrachtwagens langs, die enorme trillingen veroorzaken.
Het nieuwbouwproject werd gegund aan een consortium van drie aannemers, namelijk Strukton, Heijmans en Hurks. Kort na het contracteren van voornoemde partijen gingen meerdere alarmbellen af: partijen gaven aan dat het bouwen van het hoofdkantoor van het RIVM, op de gekozen locatie nagenoeg onmogelijk is. Op dat moment was nog niet gestart met de bouw. Volgens verschillende experts van het bouwconsortium zou er ‘een wonder’ moeten gebeuren, mocht het nieuwbouwproject voor de begrote €267 miljoen worden neergezet.
Na al deze kritiek moest en zou het gebouw op de betreffende locatie er toch komen. De vragen dringen zich op: waarom is niet besloten te stoppen met het project en waarom is niet gekozen voor de mogelijkheid om het gebouw op een andere, meer geschikte locatie te situeren? Twee van de drie aannemers vertrokken, het project is nu inmiddels al drie jaar vertraagd en is tevens vele tientallen miljoenen euro’s duurder uitgevallen. En dan te bedenken dat we nog niet weten waar dit eindigt. Hoogstwaarschijnlijk zal er nog meer vertraging en zullen er nog meer tegenvallers optreden, doordat het project inmiddels is verworden tot een prestigeproject.
Het falen van de Nederlandse overheid en van het RIVM is structureel geworden. Het faalproject op het Utrecht Science Park geeft wederom aan dat onze experts bij de overheid en bij het RIVM niet in staat zijn om dit soort complexe projecten uit te voeren. Om dit soort overheidsfalen in de toekomst te voorkomen, is een meer realistische visie nodig. FVD geeft al jaren te kennen dat een zakenkabinet essentieel is. Experts uit de praktijk moeten betrokken worden bij dit soort projecten. Partijpolitici blijken niet in staat te zijn om technisch inhoudelijk op niveau mee te denken en het wordt tijd dat dit wordt erkend door de verantwoordelijke personen. Helaas zijn dit soort beroepsbestuurders oververtegenwoordigd in de top van bestuurlijk Nederland met alle catastrofale gevolgen van dien.
FVD eist opheldering over het nieuwe RIVM-hoofdkantoor en hoopt op een snel en transparant antwoord van de minister.
Schriftelijke vragen van het lid Baudet aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de misstanden rondom de ontwikkeling van het nieuwe RIVM-gebouw
1.
Klopt het dat het Rijksvastgoedbedrijf opdracht heeft gegeven om een zeer trillingsgevoelig gebouw, namelijk het hoofdgebouw van het RIVM en het CBG, te bouwen naast één van de drukste snelwegen (A27 bij Utrecht) en pal langs een trambaan? Indien ja, op welke wijze zijn hierbij de hoge veiligheidseisen die zulke gebouwen met zich meebrengen, meegenomen in het besluit voor deze locatie?
2.
In hoeverre denkt u dat Nederland - met het oog op COVID-19 en eventueel toekomstige pandemieën - in de toekomst een eigen BSL level 4-laboratorium nodig zal hebben?
3.
Kan er in de toekomst toch een BSL level 4-laboratorium worden bijgebouwd bij het huidige gebouw op Utrecht Science Park? Indien niet, wat moet dan volgens u de oplossing zijn, aangezien de conclusie inmiddels is getrokken dat het inefficiënt zou zijn om op meerdere plekken laboratoria te bouwen?
4.
Klopt het dat de kosten voor de bouw van het nieuwe RIVM-gebouw op €267 miljoen zijn geraamd? Indien niet, wat zijn op dit moment de verwachte totale kosten?
5.
Hoeveel wordt op jaarlijkse basis - rekening houdende met het feit dat het hoofdkantoor van het RIVM en het CBG naar verwachting drie jaar te laat wordt opgeleverd en het prijspeil inmiddels fors is gestegen - door Nederland betaald aan Bilthoven Biologics in verband met de huur van het huidige complex?
6.
Is het juist dat Nederland vanwege de vertraging van drie jaar ten minste drie maal €9,1 miljoen (totaal €27,3 miljoen) extra dient te betalen aan Bilthoven Biologics en dit als tegenvaller dient te registreren?
7.
Kan de minister aangeven of de thans verwachte oplevering in het najaar van 2021 wel met zekerheid wordt gehaald? Indien niet, wat is dan de nieuw verwachte opleverdatum?
8.
Klopt het dat twee van de drie gecontracteerde bouwmaatschappijen, namelijk Heijmans en Hurks, reeds voor aanvang van de bouw met ruzie zijn vertrokken wegens het niet kunnen starten met de bouw, omdat er door het Rijksvastgoedbedrijf geen aanvangscertificaat kon worden afgegeven, vanwege het niet kunnen voldoen aan de trillingsvereisten?
9.
Klopt het dat het Rijksvastgoedbedrijf de opdracht heeft gegeven aan het bouwconsortium, namelijk Strukton, Heijmans en Hurks, die door een second opinion van het bedrijf Arup al snel ontdekten dat het oorspronkelijke ontwerp van dit consortium voor het nieuwe hoofdgebouw van het RIVM en CBG absoluut niet aan de vereiste trillingsvereisten zou voldoen?
10.
Heeft de Nederlandse staat zich volgens u aan alle wettelijke regels rondom aanbesteding gehouden, ook nadat twee van de drie bouwmaatschappijen zijn vertrokken en er reeds voor de bouw begon, grote tekorten aan het ontwerp van de huidige overgebleven aannemer (Strukton) zijn vastgesteld?
11.
Vindt u niet dat Nederland, bij het tijdig ontdekken van deze gebreken en het overblijven van slechts een derde van het oorspronkelijke bouwconsortium, opnieuw een aanbestedingsronde had moeten organiseren?
12.
Is het juist dat de bouw ruim een jaar heeft stilgelegen, teneinde nieuwe berekeningen uit te voeren met betrekking tot de vraag hoe het gebouw wél aan de trillingsvereisten zou kunnen voldoen?
13.
Klopt het dat, teneinde aan de trillingsvereisten te voldoen, er extra materiaal - in de vorm van onder andere heipalen - ter waarde van €21 miljoen benodigd is, welke kosten voor 40% door de Nederlandse staat worden gedragen?
14.
Zijn er naast de meerkosten voor het materiaal ten opzichte van het oorspronkelijke bouwplan nog meer materiële tegenvallers bekend geworden bij de minister? Indien ja, kunt u deze kosten specificeren?
15.
Klopt het dat de Nederlandse staat eveneens heeft ingestemd om een deel, namelijk €5 miljoen van de in totaal beraamde €25 miljoen, te betalen voor het meerwerk van het personeel?
16.
Kan de minister aangeven hoeveel meerkosten in totaal zijn gemaakt? Kan de minister deze kosten specificeren?
17.
Kan de minister garanderen dat, gezien dit enorm complexe bouwproces en uitzonderlijk stroeve verloop van dit project, het later opgeleverde gebouw aan alle trillings-en veiligheidsvereisten voldoet en het oorspronkelijk beoogde gebruik bij aanvang van het project, in de vorm van een nieuw hoofdkantoor voor het RIVM en CBG plus BSL 1,2 en 3 laboratoria, mogelijk is?
18.
Is de minister nog steeds van mening dat het verstandig is om een gebouw met zulke strenge eisen te plaatsen in één van de dichtstbevolkte gebieden van Europa en pal naast een snelweg en trambaan?