Landbouwminister Wiersma (BBB) zet mestbeleid van voorganger Adema (CU) door
Dat blijkt uit de wijziging van de Meststoffenwet die Wiersma maandag aankondigde. (1) Haar maatregelen komen vrijwel geheel overeen met de maatregelen die Adema op 5 april van dit jaar al voorstelde in zijn Plan van aanpak mestmarkt. (2)
Afschaffing derogatie blijft staan
Allereerst leggen beide ministers zich neer bij de afschaffing van de zogeheten derogatie. Nederland had altijd een uitzondering op de bestaande Europese mestregels: onze grond kon meer mest opnemen en dus mochten Nederlandse boeren ook meer mest uitrijden dan hun collega’s in de meeste andere EU-lidstaten. Maar sinds 2022 wordt die uitzonderingspositie geleidelijk uitgefaseerd; per 1 januari 2026 moet Nederland voldoen aan de standaardregels.
Als oppositiepartij onder kabinet Rutte-IV vond BBB dat toenmalig landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) “lef” moest tonen richting Brussel en moest zorgen dat Nederland haar derogatie terug zou krijgen. Op 13 september schrijft Wiersma weliswaar aan de Tweede Kamer dat zij zich “op de korte termijn in Brussel ook hard [zal, red.] maken voor een nieuwe derogatie en een herziening van de huidige aflopende derogatie”; het wetsvoorstel dat zij een week later indient, heeft echter juist tot doel om de strengere Europese mestregels al te implementeren. (3)
Wiersma zet krimp veestapel door
Die houding heeft tot gevolg dat de maximale hoeveelheid mest die in Nederland geproduceerd mag worden – het mestproductieplafond – per 1 januari 2025 verder zal moeten dalen: naar respectievelijk 440 en 135 miljoen kilogram stikstof en fosfaat. Om dat te bewerkstelligen, wil minister Wiersma – net als voorganger minister Adema – dat de productierechten van melkveehouders voor 30 procent, van varkenshouders voor 25 procent en van pluimveehouders voor 15 worden afgeroomd, wanneer deze rechten worden overgedragen aan een andere boer: een maatregel die de landelijke veestapel drastisch zal doen krimpen.
Daarnaast wil Wiersma een generieke korting – waarmee de sector over de hele linie productierechten verliest – indien mogelijk voorkomen, maar sluit ook deze drastische maatregel net als haar voorganger niet uit. Tot slot volgt zij kabinet Rutte-IV ook met haar voorstel voor een nieuwe “brede beëindigingsregeling”. (4)
Forum voor Democratie wil Europese regels aanvechten
Forum voor Democratie wil dat het kabinet zich écht inzet om de afschaffing van de derogatie terug te draaien – en zo nodig juridische procedures start tegen de EU om dat doel te bereiken. Het mestproductieplafond kan dan ondertussen weer worden verhoogd naar het niveau van vóór 2022, toen de afbouw van de derogatie werd ingezet. De huidige landelijke stikstof- en fosfaatproductie liggen al ruim onder die oude norm: afroming, een generieke korting en een nieuwe “brede beëindigingsregeling” zijn dan dus allemaal niet nodig.
1. Memorie van Toelichting bij de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie d.d. 23 september 2024 (Kst. 36618 nr. 3)
2. Plan van aanpak mestmarkt d.d. 5 april 2024 (bijlage bij Kst. 33037 nr. 542)
3. Aanpak mestmarkt d.d. 13 september 2024 (Kst. 33037 nr. 559)
4. Aanpak mestmarkt d.d. 13 september 2024 (Kst. 33037 nr. 559)