Lidewij de Vos stelt Kamervragen over meetmethoden geluidsoverlast Schiphol

De geluidsoverlast die vliegtuigen veroorzaken rondom Schiphol zijn voor de regering reden om de luchthaven te laten krimpen en het aantal vluchten terug te dringen. De ervaren geluidshinder wordt echter niet exact gemeten, maar berekend aan de hand van modellen. Bij verschillende politieke dossiers, zoals klimaat en stikstof, is echter gebleken dat de modellen vaak geen goede weerspiegeling zijn van de werkelijkheid.

Tekst gaat verder onder de video.

De geluidsoverlast bij Schiphol wordt gemeten via sensoren in de buitenlucht, en dus niet binnenshuis. Dit voelt scheef, omdat mensen 's nachts over het algemeen binnen in hun huis liggen. Juist ook om geluidshinder voor omwonenden te kunnen minimaliseren (bijvoorbeeld d.m.v. isolatie) is het belangrijk om over betrouwbare metingen te beschikken. FVD-Kamerlid Lidewij de Vos stelt daarom Kamervragen.

De Kamervragen van het lid De Vos kunt u hieronder lezen.

Vragen van het lid De Vos aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat over de wijze waarop geluidshinder rondom Schiphol wordt gemodelleerd, gevalideerd en gemeten

1. Klopt het dat geluidshinder rondom Schiphol jarenlang alleen werd berekend op basis van modellen die niet werden gevalideerd aan de hand van metingen? Zo ja, sinds wanneer en tot wanneer is geluidshinder op deze wijze berekend?
2. Klopt het dat de modellen die geluidshinder rondom Schiphol berekenen sinds kort wel worden gevalideerd aan de hand van metingen? Zo ja, sinds wanneer is dat het geval?
3. Worden de metingen zoals genoemd in vraag 2 alleen gedaan via de 41 meetpunten van het Noise Monitoring System (NOMOS) of ook via andere meetpunten? Kunt u uw antwoord toelichten?
4. Zijn de NOMOS metingen sinds zij in gebruik zijn genomen onveranderd gebleven? Zo nee, kunt u aangeven in welk opzicht zij zijn veranderd en welk effect dit heeft op de vergelijkbaarheid van de metingen over tijd?
5. Klopt het dat de NOMOS metingen uitsluitend in de buitenlucht worden gedaan op masten van zes tot tien meter hoogte? Zo nee, waar vinden deze metingen dan wel plaats?
6. Op welke wijze houdt NOMOS rekening met vals positieve en vals negatieve metingen, bijvoorbeeld wanneer een vliegtuig overvliegt op het moment dat een vrachtwagen langsrijdt en deze geluidshinder respectievelijk (uitsluitend) wel of niet aan het vliegtuig wordt toegeschreven?¹ Kunt u uw antwoord toelichten?
7. Vindt u metingen in de buitenlucht een betrouwbare manier om de geluidshinder te meten die omwonenden binnenshuis ervaren? Kunt u uw antwoord toelichten?
8. Bent u het met de indiener eens dat het beter zou zijn om gemodelleerde geluidshinder (ook) te valideren aan de hand van metingen die binnenshuis zijn gedaan en hierbij ook de effecten van een open raam, bouwstijl en type en mate van isolatie mee te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid het meetsysteem hierop aan te passen?
9. Bent u het met de indiener eens dat de meetwijze zoals toegelicht in vraag 8 een manier is om de omwonenden van Schiphol beter te betrekken bij het monitoren van de door hen ervaren geluidshinder en effectiever te helpen deze geluidshinder te minimaliseren, bijvoorbeeld door hun woningen te isoleren? Kunt u uw antwoord toelichten?
10. Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?