menu

Klimaatramp? Wat de NPO niet vertelt over het IPCC-rapport

Klimaatramp? Wat de NPO niet vertelt over het IPCC-rapport

Komkommertijd? Niet helemaal. Want het VN-klimaatpanel IPCC bracht maandag 9 augustus een nieuw ‘assessment report’ uit over klimaatverandering. Het zesde alweer: AR6. Het vorige rapport (AR5) dateert van 2014, er zijn sinds die tijd dus 7 jaar verstreken. Zeven jaar aan nieuwe gegevens, nieuwe onderzoeken.

Om meteen maar mee te beginnen: Het IPCC is geen verzameling wetenschappers. Het zijn VN-ambtenaren die selectief winkelen in wetenschappelijke rapporten en daar een nietje doorheen slaan. Vervolgens wordt er een stuk geschreven dat als samenvatting moet gelden. Over de hoofdlijnen wordt gestemd. Door politici, mensen uit milieuclubs of daaraan gelieerde activisten. Zo wordt gekomen tot ‘wetenschappelijke consensus’. Bij handopsteken.

Er is sinds AR5 meer bewijs gevonden, vinden de ambtenaren, voor het steeds vaker optreden van ‘extreem weer’, met name in Europa, Azië en Australië. Dan gaat het vooral over hittegolven, maar ook over extreme neerslag, ‘fire weather’ en droogte.

Misschien wel de belangrijkste verandering ten opzichte van het voorgaande assessment report is dat nu in AR6 geconcludeerd wordt dat het ‘zeker’ is (‘unequivocal’) dat de mens de oorzaak is van opwarming en diverse klimatologische veranderingen. In het vorige rapport werd dat nog geclassificeerd als ‘extremely likely’. Die verandering kan niet worden onderbouwd. Het is het resultaat van ‘expert judgement’, het is een gevoel.

De eindconclusie? Het is nóg erger dan we al dachten. Er moet nú actie komen. Harde keuzes zijn onvermijdelijk. Grotendeels ongewijzigd dus ten opzichte van de vorige keer.

Het rapport dat het meeste wordt gelezen en bekeken is de welbekende ‘summary for policymakers’ SPM. Dit is een politiek document, waarin de bevindingen uit het selectief samengestelde technisch rapport (het rapport van ‘werkgroep 1’: The Physical Science Basis) nog eens worden opgeklopt en samengevat voor beleidsmakers.

In dit SPM is, meer nog dan in de vorige versies, geen enkele terughoudendheid te bespeuren. Het is volgens de IPCC’ers zeker dat door menselijke CO2 uitstoot (en ook van CH4 en N2O) de atmosfeer is opgewarmd en er snelle en wijdverbreide veranderingen optreden in atmosfeer, oceanen, cryosfeer (ijs) en biosfeer. Metingen, uitkomsten van modelberekeningen, onzekerheden worden allemaal tezamen genomen en met grote stelligheid gebracht als keiharde en onwrikbare inzichten.

De frauduleuze hockeystick is terug

Opvallend is dat de beroemde – en in brede kring als frauduleus en ongeldig beoordeelde -hockeystickgrafiek uit 2001 (AR3) is teruggekeerd in dit IPCC-rapport. Deze hockeystickgrafiek laat de temperatuurontwikkeling van de laatste tweeduizend jaar zien als eeuwenlang grotendeels constant met alleen de laatste decennia een enorme stijging. De wetenschappelijke basis voor deze grafiek bleek niet te deugen. Er was (door Michael Mann) bewust selectief omgegaan met bronnen van data om deze alarmistische grafiek te kunnen construeren. Dat dit bewust zo gedaan was werd nog eens extra duidelijk uit het emailverkeer tussen internationaal samenwerkende klimaatwetenschappers dat indertijd werd gelekt (Climategate, 2009).

Onder de titel ‘Human influence has warmed the climate at a rate that is unprecedented in at least the last 2000 years’ wordt de hockeystickgrafiek nu weer opgevoerd.

De enige oplossing voor de grote potentiële problemen is volgens de SPM om zo snel mogelijk naar ten minste ‘net zero’ CO2-emissies te gaan. Liefst zou er zelfs minder CO2 door mensen moeten worden geproduceerd dan er aan de atmosfeer wordt onttrokken.

Dat een dergelijk beleid onbetaalbaar is en wereldwijd tot enorme maatschappelijke ontwrichting leidt wordt niet vermeld.

Gepolitiseerde en gecorrumpeerde wetenschap

Het IPCC-rapport bevat verwijzingen naar – en opsommingen van - vele honderden wetenschappelijke artikelen over uiteenlopende klimaatgerelateerde onderwerpen. Om verschillende redenen ontstaat hierdoor een vertekend beeld.

Het grootste deel van de wetenschappelijke artikelen ondersteunt in hun conclusie op de een of andere manier de gedachte dat er iets bijzonders aan de hand is dat te maken heeft met menselijke invloed op het klimaat. Dan zou je zeggen: als bijna alle wetenschappers dat concluderen zal het toch wel waar zijn?

De werkelijkheid is ingewikkelder. De wetenschap is gepolitiseerd en gecorrumpeerd. Klimaat is een gigantische industrie geworden in de afgelopen decennia waar grote financiële en politieke belangen verdedigd moeten worden. Onderzoek dat objectief probeert vast te stellen of er van ongebruikelijke klimaatverandering sprake is, of het écht wel aantoonbaar door menselijke activiteiten komt en of de geldende maatregelen wel helpen zou tot ontluisterende conclusies kunnen komen. Dat soort onderzoek wordt uiteraard niet gestimuleerd. Dat zou de hele industriesector kunnen schaden. Er bestaat een enorme druk om te conformeren aan de heersende doctrine: ‘het klimaat warmt ernstig op door de mens’. Alleen tegendraadse, rebelse wetenschappers zonder carrière-ambities zoeken naar tegenbewijzen voor deze stelling. Zij krijgen nauwelijks mogelijkheden, ze worden tegengewerkt, geridiculiseerd en aangevallen. Hun onderzoek wordt zelden prominent gepubliceerd.

De hoeveelheid onderzoeken met dezelfde alarmistische conclusies hoeft om die reden dus niets te zeggen over de juistheid ervan. In de grote berg artikelen zijn er bovendien altijd wel exemplaren te vinden die een specifiek gewenste conclusie ondersteunen. Zo zijn er 54 onderzoeken gedaan naar natuurrampen en hun eventuele relatie met klimaatverandering. Van deze onderzoeken was er maar één (1) die claimt dat deze relatie aantoonbaar is. Dit ene onderzoek wordt door het IPCC in AR6 geciteerd.

CO2 is de basis van alle leven op aarde

Vaak wordt CO2, koolzuurgas, voorgesteld als de gesel der aarde. Gas dat vooral door de industrie wordt ‘uitgestoten’. Luchtverontreiniging eigenlijk, die nog voor gevaarlijke opwarming zorgt ook.

Niets is minder waar. CO2 is kleurloos en reukloos. Maar belangrijker: CO2 vormt de basis voor al het leven op aarde. Planten nemen CO2 als hun belangrijkste bouwstof op door fotosynthese. Zonder CO2 kunnen planten niet leven. Hoe meer CO2 hoe beter planten groeien. Groente- en fruittelers voegen al jaren CO2 in hun kassen toe om de plantengroei te stimuleren. Ook de aarde wordt groener als gevolg van een toenemende CO2-concentratie in de atmosfeer. Die groei van CO2 heeft dus zeker goede kanten.

De temperatuur op aarde

Het betrouwbaar en door de jaren heen consistent meten van de temperatuur op aarde is geen sinecure. Sinds 1979 wordt dat gedaan door satellieten. Al 42 jaar wordt daardoor op dezelfde manier het gehele aardoppervlak bemeten, zodat de wereldwijde ontwikkeling van de gemiddelde temperatuur kan worden bijgehouden. Temperatuurmetingen van vóór die tijd zijn er volop, maar deze bestrijken lang niet het gehele aardoppervlak en hebben wisselende kwaliteit. Uitspraken over wereldwijde temperatuurontwikkelingen in het verleden zijn dus in zekere mate speculatief.

Op basis van diverse historische documentatie en diverse natuurlijke ‘proxy’s’ kan er niettemin in hoofdlijnen een plausibel beeld worden gecreëerd van de historische ontwikkeling van de gemiddelde temperatuur op aarde. Daaruit blijkt dat er koude perioden zijn geweest, zoals de ‘kleine ijstijd’ die ongeveer duurde van 1550 tot 1850 en waar we de prachtige wintertafereeltjes van kennen. Maar ook warme perioden, zoals de middeleeuwse warmteperiode van circa 800 tot 1200 toen het warmer was dan nu, uitgebreide wijnbouw bestond in Noord-Engeland en de Noormannen succesvol landbouw bedreven op Groenland. Klimaatverandering is dus van alle tijden.

De basishypothese over global warming door CO2 is onbewezen

Zoals bekend gaat het IPCC ervan uit dat meer broeikasgassen in de atmosfeer de belangrijkste veroorzaker is van opwarming. CO2 is een broeikasgas en kan warmte als het ware ‘vasthouden’ waardoor opwarming plaats vindt. Dat dit fenomeen bij sommige gassen optreedt en voor (beperkte) opwarming kan zorgen is nagenoeg onomstreden. Het belangrijkste broeikasgas is overigens waterdamp, maar CO2 speelt eveneens een rol ondanks haar geringe concentratie (0,04%). CO2 wordt in relatief grote hoeveelheden door menselijke activiteit geproduceerd (jaarlijks circa 4% van de natuurlijke CO2-jaarproduktie is de schatting), vooral sinds de tweede helft van de 19e eeuw.

Metingen in de atmosfeer die sinds 1958 worden gedaan door observatorium Mauna Loa tonen aan dat de CO2-concentratie voortdurend is gestegen, sinds de start van de metingen met circa 30%. Het percentage CO2 in de lucht is nu ongeveer 0,04%, dat was dus circa 0,03% toen de metingen begonnen en naar alle waarschijnlijkheid nóg wat lager in de 19e eeuw.

Die CO2-groei zal wel door de mensen komen en aangezien er verder niets structureel in de atmosfeer is veranderd móet het effect van die extra CO2 wel de oorzaak zijn van de opwarming die we sinds 1850 – maar vooral in de laatste decennia - zien.

Dat is in een nutshell de heersende redenering.

Hoewel die CO2-hypothese op het eerste gezicht best aannemelijk lijkt is er toch op diverse punten fundamentele kritiek. Zo heeft CO2 in het laboratorium een begrensde broeikaswerking, het kan de lucht met maximaal 1 graad Celcius opwarmen. Daarna zijn de mogelijkheden van CO2 uitgeput. Het lijkt erop dat we sinds 1850 die 1 graad Celcius opwarming al wel zo’n beetje hebben gehad. Dus vanwaar de grote zorgen?

Ook valt via allerlei technieken te herleiden hoe de CO2 concentratie van de atmosfeer in het verre aardse verleden is geweest. Hoge concentraties vielen daar lang niet altijd samen met hoge temperaturen. Van een ‘meer-CO2-drijft-de-temperatuur-op’-mechanisme valt niets te zien in de geologische geschiedenis. Wel andersom: hogere temperaturen veroorzaken hogere CO2-concentraties, waarschijnlijk door het ‘uitgassen’ van de oceanen.

Overigens zou je verwachten dat de afgelopen coronacrisis-periode met een zeer fors gedaalde activiteit van de wereldeconomie, en dus ook van menselijke CO2-uitstoot, zichtbaar zou zijn in de metingen van de CO2-concentratie in de atmosfeer. In 2020 is er wereldwijd naar schatting 2 miljard ton minder CO2 uitgestoten dan het jaar daarvoor. Dat is bijna de hele jaarlijkse uitstoot van de EU. In de maand april 2020 was de wereldwijde terugval in menselijke CO2-emissie ten opzichte van 2019 zelfs 14,5%. Daarvan is in de officiële metingen echter niets zichtbaar. Hoe valt dit te verklaren? Valt de menselijke CO2 uitstoot in het niet bij de natuurlijke schommelingen? Beweegt de CO2-opname door planten mee met het CO2-aanbod? Waar maken we ons dan zo druk over?

Rondom deze – en veel meer – kritiekpunten bestaat discussie. Het voert te ver om hier al deze onderwerpen volledig uit te diepen. Wat blijft is: de enorme wereldwijde focus op CO2 is het gevolg van een niet bewezen hypothese waar best inhoudelijke discussie over mogelijk is.

Modellen en scenario’s, ‘the models run too hot’

In de huidige metingen van temperatuur, zeespiegelstijging, e.d. is niet veel bijzonders te zien. De spectaculaire en soms beangstigende inzichten betreffen de voorspellingen en projecties. Die voorspellingen komen voort uit computermodellen. In die modellen wordt natuurlijk uitgegaan van de centrale hypothese: de cruciale rol van CO2 als broeikasgas. Maar ook wordt geschat hoe de menselijke productie van CO2 zich in de komende decennia zal ontwikkelen. Hiervoor worden scenario’s gebruikt variërend van ‘business as usual’ zonder enige klimaatmaatregelen tot scenario’s die na verloop van tijd CO2-neutraal of zelfs -negatief worden. Het meest ‘pessimistische’ scenario, RCP8.5, dateert van de eerste IPCC-rapportage en is inmiddels geheel achterhaald. In dit scenario wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een 6-voudige groei van het gebruik van kolen per capita van de wereldbevolking en wordt een groei in CO2 voorspeld naar 2.000 ppm in het jaar 2300. Niettemin wordt dit scenario vaak als ‘business as usual’ aangeduid en in AR6 het meest genoemd, veel meer dan in AR5.

De alarmerende berichten en voorspellingen zijn nog nooit uitgekomen. Tot nu toe waren de voorspellingen en projecties uit het verleden veel te hoog waar het de temperaturen betreft. ‘The models run too hot’. Zelfs het hoofd van het klimaat modelleringsteam bij NASA, Gavin Schmidt, erkent dat hier nog substantiële verbetering nodig is.

Bosbranden, overstromingen en Corona hebben niets met klimaat te maken

Bosbranden waren de laatste tijd weer volop in het nieuws. Vooral in California was het raak. Natuurlijk bestaan er van oudsher risico’s op bosbranden in warme en droge periodes. De grootste factor voor de enorme branden in California in 2020 had echter meer te maken met haperend bosbeheer dan met klimatologische omstandigheden. Bovendien blijken de branden – ook die in Europa – in zeer veel gevallen aangestoken.

Over de oorzaken van recente rivieroverstromingen in Europa is nog veel onduidelijkheid. Duidelijk is in ieder geval dat hier geen sprake is van een directe link met ongewoon grote hoeveelheden neerslag. Neerslagcijfers fluctueren, maar laten geen enorm groeiende trend zien. Het lijkt erop dat er in het waterbeheer iets is misgegaan, dat spuisluizen op de verkeerde momenten zijn geopend en gesloten.

Zelfs de coronapandemie zou volgens sommige onderzoeken iets met het klimaat te maken kunnen hebben. Zo zou de regio in Zuid-China waar vleermuizen veel voorkomen aantrekkelijker worden voor deze dieren als gevolg van klimaatverandering. Dat betekent een groei in aantallen en soorten hetgeen de kans op zoönose van gevaarlijke virussen doet toenemen. Zelfs voor dit onderzoek was er financiering en ruimte voor publicatie.

Tegen gepolitiseerde nepwetenschap, watermeloenen en symboolpolitiek

De klimaatalarmtrein rijdt nog wel even door vrezen wij. Daarvoor zijn de belangen te groot. Wij zullen ons blijven verzetten tegen gepolitiseerde nepwetenschap. En vooral ook tegen de rampzalige beleidsrichtingen die worden bepleit.

Want dat is misschien wel het meest ergerlijke aan dit onderwerp. Het beleid dat op basis van deze fopwetenschap wordt bepleit, zoals het stoppen met olie en gas ten faveure van grootschalige bosverbranding; het verbod op gloeilampen om de dure spaarlampenmarkt mogelijk te maken; de inzet van windturbines, zonne-akkers en allerlei exotische energievormen die op zijn best intermitterende stroom leveren en door de oneerlijke subsidiestructuur betrouwbare energiecentrales financieel in de knel brengen; de massale overstap op zwaar gesubsidieerde elektrische auto’s. Al die ingrijpende en vaak potsierlijke maatregelen zorgen op wereldschaal niet eens voor reductie van CO2-emissie. Eerder voor groei. En die reductie zou voor gelovigen toch het hoogste goed moeten zijn. Als het écht om een mondiale prioriteit zou gaan zouden er andere maatregelen genomen worden. Dit alles doet vermoeden dat het helemaal niet gaat om het klimaat. Dat het ‘groen’ als bij een watermeloen een dun schilletje is om het ‘rood’. Dat het gaat om steeds verdergaande beheersing en controle van de burgers. En een voortdurende groei van de omvang en macht van het overheidsapparaat.

Het is aantoonbaar slechts voor de bühne. Symboolpolitiek. Eén grote volksverlakkerij.

Daar hebben we tegenwoordig al te veel van.

Gert-Jaap van Ulzen

Ralf Dekker