menu

Gewone Duitser juichte om ‘maatregelen’ tegen Joden

Gewone Duitser juichte om ‘maatregelen’ tegen Joden

Het is gevaarlijk om mensen te kwalificeren als zondebok, bron van ziekte of profiteur. In de historie zijn er daarvan tal van voorbeelden, met als meest heftige het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Onthullende dagboeken laten zien hoe de gewone Duitser in die tijd verblind was door de staatspropaganda en de jacht op de Joden toejuichte. De parallellen met nu zijn schokkend.

Bij het ontruimen van zijn ouderlijk huis vindt de Duitse schrijver Joachim Krause (1946) op zolder bijna tweeduizend brieven en dagboeken die tussen 1933 en 1945 geschreven werden. Het is een ongelooflijke en pijnlijke ontdekking: als een puzzel krijgen de teksten, eenmaal op chronologische volgorde gelegd, steeds meer betekenis. De drie jonge briefschrijvers zijn z’n ouders en zijn oom, die in 1942 al een ‘heldendood’ gestorven is.

Ze beschrijven in hun brieven hun politieke standpunten en discussiëren over onder meer het Jodenvraagstuk. Krause komt tot de schokkende ontdekking dat zijn ouders het nationaalsocialisme steunden; nooit hadden de kinderen dat geweten. De moeder blijkt een hartstochtelijk bewonderaar van Hitler, de oom een fanatiek officier. Alleen de vader behoudt een zekere kritische distantie ten opzichte van de nationaalsocialistische ideologie. Door de inhoud van de brieven en dagboeken moet de schrijver het beeld dat hij van zijn ouders had, grondig herzien, en hij doet dat door de hele familiegeschiedenis op dappere wijze te documenteren in het intense boek Onbekende Erfenis (1), dat in 2018 verscheen.

Wat een inkijkje in die tijd zo boeiend maakt is dat het precies laat zien wat staatspropaganda met mensen doet. De krant Der Sonntag schreef over Onbekende Erfenis: ‘Dit boek toont niet alleen hoe miljoenen mensen, geïnfecteerd met propaganda, toentertijd gedacht en zich gedragen hebben, maar ook hoe daarover miljoenen keren gezwegen werd en wordt.’

Volgens de geschiedschrijving wist het Duitse volk niet of nauwelijks wat er met de Joden gebeurde, maar uit dit boek blijkt dat ze dat wel degelijk wisten en die ‘maatregelen’ zelfs toejuichten. We citeren een brief van de moeder van Joachim Krause, waaruit niet alleen blijkt dat de gewone Duitser de Jood het allerslechtste toewenste, maar ook dat de ‘maatregelen’ tegen dit volk volgens haar niet hard genoeg konden zijn. Het citaat uit een brief van zijn moeder in de oorlogsjaren:

‘Vernieling en vernietiging zijn ons Duitsers innerlijk vreemd. Wij willen scheppen, bouwen, daarom is het voor ons ook zo moeilijk de methoden en strijdmiddelen van deze oorlog te accepteren. Een ding is duidelijk: wanneer wij in sommige dingen onverbiddelijk hard en tegenover Joden en partizanen zelfs vaak ongehoord wreed optreden, dan is dat alleen maar een helaas noodzakelijke verdediging tegen de nog veel onmenselijker gruwelijkheid die de haat van die anderen ons had toebedacht. Wij zouden nooit op het idee komen een ander zinloos te kwellen of zelfs duizenden op gruwelijke wijze de dood in te jagen, maar dat wat ons nu en in de loop van vele jaren reeds door de Joden en hun helpers is aangedaan, dat moet gewroken worden. Een volk dat zich niet tegen bezoedeling, verkrachting en steeds weer nieuwe klappen verzet, heeft geen eer en verliest zijn bestaansrecht. Joden hebben op elk gebied van het zedelijke en geestelijke leven groot onheil aangericht. Nu moeten ze daarvoor het gelag betalen. In mijn ogen is er een principieel verschil tussen de moeilijkheden die de Volksduitsers overal ter wereld moeten dulden, de massamoorden in Vinnytsja (een stad in Oekraïne waar de Duitsers in 1941 alle Joden uitroeiden, red.) en onze harde maatregelen tegen de Joden. De Jood heeft absoluut altijd alleen maar voor zijn eigen belang geleefd en niet ten dienste van de mensheid. Maar waarom haat hij vooral ons Duitsers zo? Misschien omdat hij in het Duitse het tegenovergestelde levensbeginsel ziet. Joden zuigen vanuit een oeroude machtshonger puur voor hun eigenbelang de krachtbronnen van de mensheid uit, terwijl Duitsers vanuit een roeping die ze diep van binnen voelen nieuwe krachtstromen in de wereld brengen, ze wil iets doen voor de mensheid en voorgaan op de weg naar het goede. Dat de wereld ooit beter zal worden door het Duitse wezen was voor onze voorouders eeuwenlang een droom, maar voor ons vandaag een plicht.’

 

Parallellen met nu

Het geeft aan hoezeer de gewone Duitser vergiftigd was door de staatspropaganda. Wordt ons tegenwoordig geleerd dat de Duitsers de Joden haatten puur vanwege hun ras, uit deze brief blijkt dat het niet zo simpel was. De staatspropaganda had het Duitse volk wijsgemaakt dat het andersom was: de Joden haatten de Duitsers juist, ze zouden de Duitsers juist de dood ingejaagd hebben, groot onheil hebben aangericht en alleen maar voor hun eigen belang en niet ten dienste van de mensheid leven.

Dit soort zaken wordt ongevaccineerden tegenwoordig aangewreven. Volgens Hugo de Jonge hebben alleen gevaccineerden ‘hun verantwoordelijkheid genomen’ door zich te laten prikken, en zijn ongevaccineerden asociaal en verdienen het uitgestoten te worden. Wie zich laat prikken doet dat onbaatzuchtig ‘voor een ander’, wie zich niet laat prikken leeft alleen voor zichzelf. Volgens de staatspropaganda jagen ongevaccineerden de gevaccineerden de dood in door ziekenhuisbedden in te nemen waardoor brave gevaccineerden niet geopereerd kunnen worden.

Parallellen te over die aantonen dat er veel gelijkenis zit in hoe de Joden destijds behandeld werden. Die overeenkomst is er ook in de ‘maatregelen’ die genomen worden. Al op 1 april 1933 organiseerde de Duitse staat een boycot van Joodse ondernemers en vrijberoepsbeoefenaars. In september 1935 kondigde de staat uitgebreide wetgeving op het terrein van nationaliteit en burgerschap af. Joden werden met deze wetten buiten de ‘Duitse volksgemeenschap’ geplaatst.

In Nederland begint het als het Joden op 1 juli 1940 verboden wordt om in de luchtbeschermingsdienst te werken. Dan volgt het verbod om Joden aan te nemen in overheidsdienst. Dan zijn ze niet meer welkom op Amsterdamse markten. In november is er de bekendmaking dat Joodse ambtenaren worden geschorst; op 21 februari 1941 worden zij ontslagen. Op 7 januari komt er een verbod voor Joden om bioscopen te bezoeken. Een paar dagen daarna moeten alle Joden zich laten registreren. Op verschillende openbare plekken verschijnen borden met de tekst ‘Joden niet gewenscht’.

 

Lockdown voor Joden

Wil men nu een lockdown voor ongevaccineerden, zoals in Oostenrijk al ingevoerd en straks in Nederland met 2G, destijds was de lockdown er alleen voor Joden. Dit zijn de ‘maatregelen’ dan: Joodse studenten mogen niet meer studeren aan de universiteit. Op 12 maart mogen ze niet meer beschikken over hun eigen bedrijf. 1 april: Joden mogen in Haarlem voortaan niet meer in cafés, restaurants, bioscopen, schouwburgen, bibliotheken en zwembaden komen. 31 mei:

vanaf nu is het verboden voor Joden om zwembaden en stranden te bezoeken. Ook mogen ze geen kamers meer huren in sommige badplaatsen en openbare gelegenheden bezoeken in die plaatsen. Op 1 september wordt het Joodse leerlingen verboden om reguliere scholen en onderwijsinstellingen te bezoeken.

Vanaf 15 september is het verboden voor Joden om parken, dierentuinen, cafés, restaurants, bibliotheken, hotels, schouwburgen, bioscopen en musea te bezoeken. En Joden mogen niet meer zonder vergunning reizen of verhuizen. Vanaf dit moment verschijnen borden met de tekst ‘Voor Joden verboden’ in het straatbeeld. Op 20 oktober wordt de Joodse Raad verplicht een registratie aan te leggen van alle Joden in Nederland. Ook is er een nieuwe verordening die Joden beperkt in het uitoefenen van bepaalde beroepen en afhankelijk maakt van een vergunning. En het wordt veel makkelijker om Joden te ontslaan.

Op 22 oktober moeten Joden niet-Joodse verenigingen en stichtingen verlaten. Op 5 december moeten alle niet-Nederlandse Joden zich melden voor ‘vrijwillige emigratie’. Op 9 januari wordt openbaar onderwijs voor Joden verboden. Op 23 januari 1942 worden persoonsbewijzen van Joden voorzien van de letter 'J'. Op 5 juni komt er een volledig reisverbod voor Joden. Op 12 juni een verbod voor Joden om buiten bepaalde tijdstippen boodschappen te doen en ze mogen slechts in een beperkt aantal winkels komen. Joden mogen geen sport meer beoefenen. 30 juni: instelling avondklok. Joden moeten tussen 20.00 en 06.00 uur thuis zijn. 6 juli: Joden mogen niet meer op bezoek bij niet-Joden.

De gelijkenissen met wat ongevaccineerden nu wordt aangedaan, is schokkend. Wetten worden veranderd voor 2G-beleid, waarin testen voor toegang niet langer is toegestaan, en daarmee komen ongevaccineerden in exact dezelfde situatie terecht als Joden destijds. Ze worden in vele landen om ons heen al ontslagen, waar Rutte ook op aanstuurt, en mogen niet meer reizen met het openbaar vervoer. In Canada mogen ze zelfs hun land al niet meer verlaten. Viroloog en dierenarts Ab Osterhaus zei bij Op1 ongevaccineerden het liefst te willen ‘isoleren’ zoals hij dat met zieke dieren doet, ze ‘aan de neus te willen herkennen’ en ‘met een systeem te kunnen vervolgen’.

 

Geen moreel kompas

Dr. Wendy Mittemeijer-Ooteman luidde op LinkedIn de noodklok. De consultant medical affairs & pharma ethics schreef: ‘Ik wilde er eigenlijk niets over posten, maar ik lig hier letterlijk wakker van. Niet omdat deze zielige opa zonder moreel kompas dit zegt, maar omdat niemand hem er op dat moment op aanspreekt. In de farma noemen we iemand als Ab O. een ‘opinieleider’, een expert met formele en informele invloed. Iemand wiens opinie in staat is een grote groep mensen te leiden en te verleiden. Ik ben erin getraind deze opinieleiders te beoordelen op ethisch gedrag, en al dan niet te besluiten met hen samen te werken. In dit geval zou mijn gratis advies zijn: werk niet met deze man samen.’

De NPO vond het lollig om in het programma De Sociëteit te komen met een Squid Game-parodie waarin ongevaccineerden worden doodgeschoten. En het NPO-programma Plakshot maakte een drillrap-video waarin de jeugd wordt bedreigd om zich te laten vaccineren. Wie dat niet doet, wordt ‘geprikt’, straattaal voor neergestoken. En iemand zei op NPO Radio 1: ‘Ga allemaal lekker dood.’ Daarbij de hele discussie om ongevaccineerden het recht op zorg te ontzeggen, en nu ook het recht om te mogen werken en in je levensonderhoud te mogen voorzien.

FVD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen vergeleek de filmpjes met de genocide in Rwanda in de jaren negentig: ‘Ziet u wellicht parallellen tussen Radio Milles Collines en de manier waarop de genocide in Rwanda tot stand is gekomen?’ vroeg hij de minister van justitie, ‘en de genocidale satirische geweldsfantasie zoals die door de NPO is uitgezonden waarbij een bepaalde bevolkingsgroep, in dit geval de ongevaccineerden, massaal wordt doodgeschoten?’

Op Radio Milles Collines werden de Tutsi's kakkerlakken genoemd die gedood moesten worden. We weten allemaal hoe dat is geëindigd, net als wat het lot van de Joden was in de Tweede Wereldoorlog. Het is schokkend dat de ‘brave burgers’ van nu zich soms net zo haatdragend opstellen richting ongevaccineerden als gewone Duitsers richting Joden destijds. Dat doet, gecombineerd met het overheidsbeleid om ongevaccineerden buiten de maatschappij te plaatsen en verder kapot te maken, het ergste vrezen voor de toekomst.


1.https://www.bol.com/nl/nl/p/onbekende-erfenis/9200000085063676/