Bang 'Betrouwbaar' Bestuur | Column Hans van de Breevaart

De afgelopen Provinciale Statenvergadering in Zuid-Holland was een eyeopener. Hoewel de volksvertegenwoordiging (PS) officieel de baas is, liet de meerderheid zich flink in de luren leggen door Gedeputeerde Staten (GS).
Wat gebeurde er? Forum voor Democratie diende een motie in, ‘Naar een nieuwe balans’. Doel daarvan was om PS inzicht te laten krijgen in de kerntaken van de provincie versus het almaar groeiende pakket aan beleidsdoelen. Dit is cruciaal, want extra taken gaan gepaard met extra kosten waarvoor geen dekking is vanuit het Rijk. Met die kennis zouden de Staten eindelijk serieus kunnen discussiëren over wat wettelijk gezien écht nodig is.
Regenteske houding van GS
FVD vroeg GS om hun mening over de motie, vooral omdat ambtenaren zouden moeten meewerken aan het onderzoek. GS vond het echter onzin: ze claimden al genoeg tools te hebben om beleid te toetsen. Een vreemde reactie, want de motie wilde juist de positie van PS versterken, zodat ze hun controlerende taak op GS als uitvoerende macht beter kunnen uitoefenen. Toen FVD-fractievoorzitter Ewald Kegel hierop wees, volgde geen inhoudelijke reactie, maar werd hij afgescheept met de mededeling dat GS voet bij stuk hield.
Deze houding past in een bredere trend: bestuurders en ambtenaren reduceren beleid tot technocratisch probleem waarover men politiek niet van mening zou moeten verschillen. Neem klimaatbeleid of energietransitie: dat zijn geen wettelijke kerntaken van de provincie, maar ze kosten wel bakken met geld, vaak maar deels gedekt door het Rijk. Bestuurders lijken hun grondwettelijke rol—uitvoeren wat PS beslist—te negeren en volgen liever internationale afspraken die via een coalitieakkoord zijn vastgelegd.
Dualisme morsdood
Staatsrechtgeleerden zoals Wim Voermans wijzen al jaren op een probleem: het dualisme, de scheiding tussen controlerende (PS) en uitvoerende macht (GS), werkt niet meer. GS leunt op een trouwe coalitiemeerderheid in PS. Die verschuilt zich steevast achter coalitieakkoorden.
Hierdoor is de controlerende rol van PS zo goed als verdwenen. Vragen aan GS om landelijk te lobbyen voor provinciale belangen, zoals die van boeren of burgers, worden afgewimpeld met smoezen als: ‘geen wettelijke ruimte’ of ‘geen draagvlak’. Onzin, want provincies hebben vaak meer beleidsvrijheid dan GS toegeeft, zoals het Berenschot-rapport in Noord-Holland heeft aangetoond. Bovendien mag GS best lobbyen voor wetswijzigingen wanneer het provinciaal belang daarom vraagt.
Coalitiepartijen VVD en BBB steunden GS blind in hun afwijzing van de FVD-motie. Al was het maar om niet als ‘onbetrouwbaar’ te worden gezien wanneer ze aandringen op wijziging van coalitieafspraken—zelfs als dat in het belang van hun eigen achterban is.
Gedeputeerden vrezen impopulariteit in bestuurlijke kringen wanneer ze te sterk afwijken van heersend beleid. Ambtenaren, die fulltime bezig zijn met vormgeving van beleid, zitten al helemaal niet te wachten op een assertieve volksvertegenwoordiging die vindt dat het tijd is voor een radicale koerswijziging. Zelfs een olietanker laat zich gemakkelijker van koers veranderen.
Hoop uit Noord-Holland
Toch is er hoop. In Noord-Holland lieten VVD en BBB zich op initiatief van FVD wél onafhankelijk adviseren door Berenschot. Dat bureau geeft in haar rapport 'Naar een nieuwe balans' duidelijkheid over kerntaken en beleidsvrijheid. Daarmee biedt het PS de mogelijkheid iets van haar controlerende rol terug te pakken. Precies zoals onze Grondwet voorschrijft.
Dat vraagt om moedige politici, die kiezen voor burgers en boeren—niet voor het type ‘betrouwbaar’ bestuur waartoe coalitiepartijen vaak vervallen. Hopelijk volgt Zuid-Holland spoedig het voorbeeld van Noord-Holland. Aan FVD ligt het in ieder geval niet.
PS: De drie B’s in de titel verwijzen uiteraard niet naar de BBB…
Hans van de Breevaart, commissielid FVD Zuid-Holland