menu

Moet immaterieel erfgoed (zoals het luiden van een kerkklok) beter worden beschermd? Van Duijvenvoorde stelt schriftelijke vragen

Moet immaterieel erfgoed (zoals het luiden van een kerkklok) beter worden beschermd? Van Duijvenvoorde stelt schriftelijke vragen

De recente discussie tussen Gert-Jan Segers en Wierd Duk in het EO-programma Dit is de Week liet zien hoe kwetsbaar Nederlandse culturele tradities zijn geworden. Terwijl Segers - nota bene voormalig fractievoorzitter van de ChristenUnie - suggereerde dat het luiden van kerkklokken eventueel kan worden opgegeven, benadrukte Duk dat juist dit soort tradities deel uitmaken van de cultuur en identiteit van ons land. Het gesprek maakt pijnlijk duidelijk dat Nederland moeite heeft om onze cultuur helder te definiëren en ons immateriële erfgoed, zoals het geluid van kerkklokken ferm te beschermen. 

Waar materieel erfgoed in Nederland sterke wettelijke bescherming kent, is dat voor immaterieel erfgoed niet het geval. In tegenstelling tot landen als Frankrijk en Zuid-Korea, waar immaterieel erfgoed zoals rituelen, ambachten en kenmerkende geluiden een duidelijke juridische en beleidsmatige status heeft, ontbreekt in Nederland een vergelijkbaar kader.

FVD-Kamerlid Peter van Duijvenvoorde heeft daarom schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om helder te krijgen hoe Nederland momenteel met immaterieel erfgoed omgaat, of dit volgens de minister voldoende bescherming biedt en of bestaande wetgeving uit andere landen mogelijk inspiratie kan bieden voor een betere omgang met immaterieel erfgoed. Het gaat daarbij niet direct om het invoeren van nieuwe wetgeving, maar om het verkrijgen van een helder beeld van de mogelijkheden om ons dierbaar erfgoed - waaronder het luiden van kerkklokken - zorgvuldig en toekomstgericht te beschermen en te waarderen.

Schriftelijke vragen van het lid Van Duijvenvoorde (FVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over wettelijke bescherming van immaterieel erfgoed.

  1. Kan de minister bevestigen dat Nederland momenteel geen wettelijke bescherming kent voor immaterieel cultureel erfgoed en hierdoor anders dan in andere landen - geen beschermingsmechanisme bevat voor tradities, geluiden, rituelen, ambachten of culturele praktijken?
    1. Kan de minister toelichten hoe zij de positie van Nederlands immaterieel erfgoed beoordeelt in het huidige, niet-wettelijke systeem en of zij van mening is dat dit systeem voldoende is om immaterieel erfgoed op lange termijn te beschermen?
      1. Hoe denkt de minister over de opvatting dat het ontbreken van wettelijke bescherming van immaterieel erfgoed betekent dat Nederlandse immateriële tradities, waaronder het luiden van kerkklokken als concreet voorbeeld, volledig afhankelijk zijn van beleid en vrijwillige borging, en dat dit op lange termijn kan leiden tot verlies van cultureel erfgoed?
        1. Hoe beoordeelt de minister het wettelijk kader dat andere landen wel hebben ontwikkeld voor immaterieel erfgoed, zoals Zuid-Korea met de Act on the Safeguarding and Promotion of Intangible Cultural Heritage, waarin onder meer een nationale lijst met immaterieel erfgoed, erkende erfgoeddragers en een wettelijke staatsplicht tot bescherming en overdracht zijn opgenomen?
          1. Is de minister bereid te onderzoeken wat de toepasbaarheid is van het Koreaanse model voor Nederland, specifiek met betrekking tot een wettelijke definitie van immaterieel erfgoed, een bindende nationale inventaris en een wettelijke erkenning van gemeenschappen of dragers die een traditie onderhouden?
            1. Hoe beoordeelt de minister de Franse Wet nr. 2021-85 van 29 januari 2021, waarin het sensorische erfgoed van rurale gebieden - waaronder kenmerkende geluiden zoals kerkklokken, maar ook geuren vallen - juridisch wordt verankerd in het Franse milieuwetboek als onderdeel van het nationale erfgoed?
              1. Kan de minister uiteenzetten in hoeverre deze Franse benadering, waarbij immateriële en sensorische uitingen wettelijk worden beschermd, inspiratie kan bieden voor de Nederlandse praktijk rond immaterieel cultureel erfgoed en de bescherming van tradities, landschappelijke kenmerken en omgevingsgeluiden zoals kerkklokken?
                1. Acht de minister het wenselijk dat ook Nederland een vorm van wettelijke verankering van immaterieel erfgoed ontwikkelt, bijvoorbeeld via een wijziging van de Erfgoedwet, of een andere wet naar voorbeeld van Frankrijk?
                  1. Is de minister bereid te verkennen hoe het Nederlandse systeem voor immaterieel erfgoed versterkt kan worden door internationale best practices, en in dat kader specifiek te kijken naar wettelijke borging van immaterieel erfgoed die generaties lang zijn doorgegeven?
                    1. Is de minister bereid een verkenning uit te voeren naar mogelijke juridische instrumenten om immaterieel erfgoed te beschermen, waarin zowel het Koreaanse model (met wettelijke dragers en nationale ICH-commissie) als het Franse model (wettelijke status voor immateriële erfgoed) worden meegenomen?
                      1. Kan de minister aangeven welke stappen nodig zouden zijn om in Nederland tot een wettelijke erkenning en bescherming van immaterieel erfgoed te komen, én of zij bereid is deze stappen in gang te zetten?