Identiteitspolitiek verdrukt de gewone burger
Een trend of gebeurtenis in de VS is sneller in Nederland dan een Atlantische storm. Vooral als het politiek getint is en het komt uit New York, waar plaatselijk nieuws wereldnieuws is. En zeker als het gaat over ‘ras’ en ‘identiteit’. De dood van de zwarte George Floyd in Minneapolis, onder de knie van een blanke agent, ging de wereld rond. Veel vreedzame protesten ontspoorden in geweld en plunderingen. Proletarisch winkelen bij Apple, Nike en Microsoft.
Normaal zorgt de politie weer voor orde en veiligheid. Maar Democratische burgemeesters verboden de politie in te grijpen waardoor plunderaars hun gang gingen. De gemeenteraad van Minneapolis, wil de politie zelfs afschaffen en vervangen door ‘snel inzetbare welzijnswerkers’. Een nieuwe roeping voor de voormalige ‘Sjakie’ uit de serie Flodder.
Van Amerika naar Nederland
Nederland reageerde meteen: protest op de Dam met minachting van de 1,5 meter regel die als wettelijke vuistregel gold, overuren op het Mediapark in Hilversum om te ‘duiden’ op de ‘goed-fout as’. En rapper Akwasi arriveerde bij het epicentrum van de Nederlandse identiteitspolitiek: Zwarte Piet. Zijn gewelddadige oproep tegen de kindervriend was een stuk makkelijker omdat premier Rutte Zwarte Piet ook als baksteen had laten vallen. Nog maar recent verklaarde hij dat Zwarte Piet ‘zwart’ was. Maar ineens kende Nederland, net als de VS, ‘systemisch racisme’. Kennelijk heeft hij er de afgelopen tien jaar niets tegen kunnen doen.
Zowel in de VS als in Nederland zien we identiteitspolitiek als fenomeen en als politiek wapen. Sommige groepen ontlenen een gecultiveerd slachtofferschap aan het verleden en formuleren grieven die moeten worden weggenomen met, vaak geldelijke, compensatie. Politieke partijen, vooral ter linkerzijde, spelen hierop in om de stem van deze groepen voor zich te winnen en de politieke agenda te bepalen. Vooral partijen ter rechterzijde worden bestempeld als ‘ongevoelig’, in het beste geval, of uiteindelijk als ‘racistisch’. Zij zijn van een moreel lagere orde. Media, veelal links, vergroten dat uit. En het bedrijfsleven surft mee, uit angst voor reputatieschade. Niet de kleine winkelier die plundering riskeert, maar het ‘groene grootkapitaal’. In Amerika financieren grote bedrijven als Intel, Pepsi, Airbnb de vrijlating van gearresteerde plunderaars. Miljardairs die zich vanuit hun Californische villa’s – achter hoge muren - een schoon geweten kopen.
Nederlandse "copycat-identiteitspolitiek"
In Amerika is identiteitspolitiek dieper geworteld dan in Nederland, dat eerder een copycat is. De zwarte bevolking was ‘object’, geen subject bij de oprichting van de VS. Slavernij die er al was, bleef voortbestaan. Voor de afschaffing ervan was een burgeroorlog nodig, en daarna nog eens burgerrechten 55 jaar geleden. De grootste tegenstander was een blok Democratische senatoren uit het Zuiden, niet zelden tevens lid van de Ku Klux Klan (KKK). Het verleden is dus altijd nog een open wonde.
Daar is in Nederland amper reden voor. In 1863 werd slavernij officieel afgeschaft in de belangrijkste slavenkolonie Suriname. Voordat Suriname in 1975 onafhankelijk werd, kwam een groot deel van de bevolking naar Nederland. De integratie is zeker niet vlekkeloos verlopen, maar was uiteindelijk vrij succesvol. Zonder opgeklopte identiteitspolitiek. Daar was ook geen reden voor omdat het onafhankelijke Suriname niet bepaald een modelstaat werd. Rutte wijst op ‘systemisch racisme’, maar geen land nam zoveel wetten aan tegen racisme als Nederland. De Grondwet verbiedt elke vorm van discriminatie. Voorkeursbeleid is staand beleid. En Nederland is een grote donor op gebied van ontwikkelingshulp. Waarom nog ‘schuld’?
Hetzelfde ziet men in de VS. De huidige situatie is onvergelijkbaar met de jaren 60. Het land kent al lange tijd ‘positieve discriminatie’; veel zwarten kunnen rekenen op sociale voorzieningen en sociale woningbouw. Toen in 2008 Barack Obama tot president werd gekozen had de New York Times als kop: ‘het einde van de raciale kloof’. Achteraf klopt dat niet. Want identiteitspolitiek bleef voortwoekeren. Democraten exploiteerden het met oog op de ‘zwarte stem’. En bij veel voorvallen werd ‘ras’ het ijkpunt. Zoals in 2014 in Ferguson Missouri toen de zwarte Michael Brown in een gevecht werd doodgeschoten door de blanke agent Darren Wilson. De agent werd vrijgesproken wegens zelfverdediging. Het was een impuls voor de actiegroep Black Lives Matter die een jaar eerder was opgericht. BLM marcheerde door de straten van steden, maar altijd nog vrij geweldloos.
Van BLM naar Antifa
BLM wordt nu meegezogen door de gewelddadige, veelal blanke extreem-linkse groep Antifa die steeds prominenter werd als knokploeg op Amerikaanse universiteiten tegen niet-politiek correcte sprekers. Bijeenkomsten werden afgezegd. Zelfs de eerste zwarte minister van Buitenlandse Zaken van de VS Condoleezza Rice zag in 2014 af van een toespraak aan de Rutgers universiteit in New Jersey. Intimidatie is nu normaal aan ‘progressieve’ Amerikaanse universiteiten.
De huidige rellen en plunderingen gebeuren door het ‘Trump-prisma’. Democratische politici willen Trump weg. Normaal gebeurt dat bij de stembus door kiezers. Maar dat geduld hebben zij niet. Na ‘Russia’, ‘Impeachment’ en ‘Corona’ is ‘chaos’ het volgende recept. De steden in chaos worden bestuurd door Democraten - in staten die ook door Democraten worden bestuurd. Chaos als politiek wapen. Antifa is hun bondgenoot en ‘ras’ biedt het handvat dankzij identiteitspolitiek.
Lukt dat? Burgers verwachten veiligheid van de overheid. Trump werpt zich op als president van ‘wet en orde’. De verkiezingen zijn begin november dit jaar.
Niet schuldig
In Nederland zijn de verkiezingen medio maart volgend jaar, als het mag van D66. Bij ons zullen GroenLinks, D66 en PvdA uit hetzelfde vaatje tappen, maar via de geest van het polderlandschap. Moraliseren, polariseren, isoleren en demoniseren. Met als megafoon de meeste media waar journalisten politieke activisten zijn. En met identiteitspolitiek als sluipend gif.
Maar dan zijn er nog de gewone mensen. Om wie het gaat. Die worden beladen met alle zonden van een ver verleden, waar ze part noch deel aan hebben. Die hard werken, spaarzaam leven en niets liever zien dan toegepast gezond verstand. Hen wordt ‘schuld’ aangepraat. Maar deze mensen willen - ongeacht religie, ras of afkomst – een baan, een woning, een pensioen en een toekomst voor hun kinderen en kleinkinderen. Laat FVD hen een stem geven.
Derk Jan Eppink is fractievoorzitter voor FVD in het Europees Parlement