FVD lanceert: plan intelligente kickstart en gecontroleerde exit-strategie
Update 21:28: Hans Biesheuvel (Ondernemend Nederland) steunt het FVD plan.
Update 21:41: Hans de Boer (VNO/NCW) steunt het FVD voorstel: "Goed voorstel en goede aanvulling op het nu voorliggende pakket".
1. Inleiding
Op 15 maart 2020 werden scholen, horecagelegenheden en sportaccommodaties gesloten. Op 23 maart kondigde het kabinet de lockdown af en werden de regels verder aangescherpt. Burgemeesters kunnen sindsdien via een noodverordening specifieke locaties (zoals stranden en parken) sluiten. Ook mogen ze gebieden aanwijzen waar groepsvorming verboden wordt. In die gebieden (dat kan ook een hele stad zijn) wordt gehandhaafd als je met drie of meer mensen bij elkaar bent en geen 1,5 meter afstand houdt. Uitzondering hierop alleen als het mensen zijn uit hetzelfde gezin.
Sindsdien is het voor veel bedrijven niet mogelijk om de deur open te houden, waardoor de omzet wegvalt. Bedrijven die niet onder de lockdown vallen worden geconfronteerd met opdrachtgevers die er wél onder vallen en ook met personeel dat zich ziek meldt vanwege de RIVM aanbevelingen. Ziek melden door personeelsleden gebeurt ook uit angst om besmet te raken. Het bedrijfsleven in Nederland heeft in drie weken tijd een enorme schade opgelopen en veel bedrijven komen nu al in de problemen. De inkomsten zijn grotendeels of geheel weggevallen en de kosten gaan door. Op maandag 31 maart kondigde Rutte aan dat de regels in elk geval worden verlengd tot en met 28 april.
Bedrijven gaan dit alleen overleven als ze acute hulp krijgen. Er is vanuit de overheid een groot pakket aan steunmaatregelen toegezegd. Om geen tijd te verliezen gaan we in dit plan uit van de huidige regelingen zoals die er nu liggen. Maar die moeten we aanvullen. Want zoals ze er nu liggen, vrezen wij dat ze onvoldoende zullen blijken om onze economie en samenleving overeind te houden.
2. Twee fasen
Ons plan maakt onderscheid tussen twee fasen:
Fase 1: bedrijven van voldoende liquiditeit blijven voorzien nu een groot deel van de inkomsten, of zelfs alle inkomsten, zijn weggevallen.
Fase 2: op gecontroleerde wijze zorgen dat bedrijven weer een deel van hun omzet kunnen gaan draaien.
Beide fasen zijn essentieel. De focus voor huidig beleid moet liggen op fase 1. Maar zonder zicht op een snelle kickstart na afloop daarvan is dat zinloos. Want anders gaan veel bedrijven alsnog failliet. Curatoren voorzien een golf van faillissementen als extra steun uitblijft. “Kaalgeslagen binnensteden en meer dan een miljoen extra werklozen. En dat allemaal nog voor de aanstaande zomer voorbij is.” Aldus het Financieele Dagblad van 7 april 2020.
3. Uitvoering bestaande regelingen
De maatregelen van het kabinet komen te traag op gang. UWV, gemeenten en overheidswebsites zijn niet in staat de enorme toestroom aan aanvragen spoedig te behandelen - dit ondanks de toezegging om direct 80% uit te keren en later te bezien wat de juiste getallen zijn. Het aanvragen blijkt al zeer moeilijk. De uitvoeringscapaciteit moet daarom snel omhoog.
4. NOW-regeling
Met de NOW-regeling (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) heeft het kabinet voor veel ondernemers een goede oplossing geboden om het hoofd boven water te houden. Deze regeling is echter vooral interessant voor ondernemers die relatief hoge kostenpost aan loon hebben. Vele ondernemers vallen daarbuiten, zoals:
ZZP’ers;
Familiebedrijven en DGA‘s met een bedrijf met weinig personeel;
Kleine ondernemers met weinig personeel;
Ondernemers die hoge huur moeten betalen (huisvestingskosten verhoudingsgewijs erg hoog);
Ondernemers met hun bedrijf op het woonadres zijn met deze regeling ook verzekerd van voortbestaan.
Kapitaalintensieve bedrijven.
Feitelijk alle bedrijven waar de personeelskosten relatief laag liggen. Voor deze grote groep ondernemers willen wij een alternatieve regeling introduceren. Deze regeling komt naast de NOW-regeling te bestaan, met dezelfde voorwaarden, maar met een bredere dekking. Deze aanvulling vult het gat dat het kabinet nu laat liggen. De ondernemer kan dan kiezen: NOW-regeling óf omzetvergoeding.
5. Omzetvergoeding
De omzetvergoeding is gebaseerd op de brutowinst (omzet minus inkoop) omdat dit de meest zuivere vorm is, er vindt immers ook geen of minder inkoop plaats. Het woord omzetvergoeding is gekozen omdat de regeling niet gebaseerd is op de kostenkant, maar op de inkomstenkant/omzet. De regeling vergoedt net als de NOW-regeling trapsgewijs. Hoe meer omzetverlies, hoe hoger de vergoeding. Bij 100% verlies zal de regeling 50% van de bruto winst uitkeren; bij 50% verlies, 25% (met een minimaal omzetverlies van 20%).
6. Aanvraagmethode
We hanteren dezelfde aanvraagmethode als de NOW-regeling, alleen kiest de ondernemer nu voor dit voorstel. De ondernemer vult online de aanvraag in. Ondernemer vult zijn omzet in en zijn inkoop en geeft aan welk percentage omzetverlies hij heeft. Als bewijs dient ondernemer aan te leveren:
BV: Jaarcijfers / aangifte vorig jaar
Ondernemer in privé: DigiD koppeling / aangiftenummer (2018 of 2019) meesturen / jaarcijfers
Uitbetaling vindt via de Belastingdienst plaats naar het bij hen bekende bankrekeningnummer van de onderneming.
7. Checks and balances
Bewijslast ligt bij aanvrager
Steekproefsgewijs controle onder bepaalde vergoeding
Boven bepaalde vergoeding 100% controle
Brutomarges boven de 10 miljoen met accountantsverklaring
Brutomarge-verhoudingen die niet brancheconform zijn, kunnen extra handmatig controle krijgen
De belastingdienst weet de omzetgegevens van alle ondernemers d.m.v. IB/BTW/VPB-aangifte.
Als er aanspraak gemaakt wordt op deze regeling, mag de omzet van het jaar 2020 niet hoger uitvallen dan voorgaande jaren. Indien dit wel zich voordoet, dient de ondernemer bruto het teveel ontvangen bedrag terug te betalen.
8. Voorwaarden
De voorwaarden zijn identiek aan de NOW-regeling. Te benadrukken is wel dat de ondernemer, net als bij de NOW-regeling, géén ontslag mag aanvragen op grond van bedrijfseconomische redenen voor werknemers in de periode waarvoor u het bedrijf tegemoetkoming krijgt. Net als de NOW-regeling wordt de Omzetvergoeding voor drie maanden ingesteld. Eventuele verlenging zal voortijdig bekeken worden op basis van de status en voortgang van de economie. Voor de ZZP-er geldt een cap op de maandelijkse compensatie van maximaal € 5.000.
9. Banken
Banken zijn in het geheel niet ingericht om de diensten te verlenen die nu nodig zijn. De zorgplicht en bijbehorende normen die na de financiële crisis van 2008 zijn opgelegd staan ons nu in de weg. Aanvragen komen er gewoon niet doorheen. De regeling via de banken is voor de ondernemer geen oplossing en FVD is van mening dat ondernemers zich ook niet verder in de schulden moeten steken.
Er is een mogelijkheid dat banken wel een actieve en positieve bijdrage kunnen leveren bij het overeind houden van bedrijven. Dan moet de overheid per ommegaande besluiten dat de garantstelling wordt verruimd van 75% naar 100%. De rente die banken daarvoor mogen rekening is maximaal 1%. De afsluitprovisie die de staat rekent vervalt in het geheel. Deze maatregel is ook door de door ons omringende landen, zoals Duitsland, genomen.
10. Kickstart van de economie
De voorgaande maatregelen zijn bedoeld als waakvlam voor onze economie. Het zorgt ervoor dat bedrijven niet omvallen. De meeste bedrijven zijn gezond maar niemand was voorbereid op een pandemie met draconische maatregelen. Nu is het zaak dat de verdere verspreiding van het virus onder controle blijft en dat ondernemers vanuit die situatie weer snel omzet kunnen gaan draaien. Als de doorstart te traag op gang komt, is de schade aan de economie zo groot dat dit meer levens gaat vergen dan het coronavirus zelf.
De doorstart in gang zetten en verdere verspreiding van het virus voorkomen moet met een ‘intelligente kickstart’. Geen totale maatregel voor heel Nederland maar maatregelen per regio afkondigen op basis van landelijke richtlijnen. Daar waar mogelijk bedrijven weer de deuren te laten openen. Daarbij personeel en klanten beschermen door beheersmaatregelen zoals meer afstand bewaren, meten van koorts, uitvoeren van corona-tests en dragen van beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en wegwerphandschoenen.
11. Samenvatting actiepunten
Actie A: Uitvoering door de overheid
Ambtenarenapparaat en bijbehorende IT-capaciteit moet per direct op sterkte worden gebracht, zodat er geen vertraging in de afhandeling van de aanvragen optreedt.
Wekelijks monitoren op de top-10 uitvoeringsproblemen en deze aanpakken.
Actie B: Faillissementen beperken en voorkomen
NOW-regeling óf compensatie van het verlies aan omzet bij MKB en ZZP door het uitbetalen van een omzetvergoeding via de Belastingdienst zoals beschreven in hoofdstuk 3.2 t/m 3.6.
Overheid moet niet 75% maar 100% garant staan voor leningen MKB-bedrijven (zoals in Duitsland) en een rente van 1% afdwingen.
Positief is dat veel banken vrijwillig hun betalingsverplichtingen hebben opgeschort voor ondernemers voor een periode van 6 maanden. Dit moet algemeen beleid worden zodat alle banken hieraan medewerking verlenen.
Moratorium voor ondernemers: alle schuldeisers die vorderingen hebben op de bedrijven op het gebied van huurpenningen, nutsvoorzieningen, leaseverplichtingen, financieringsrente en aflosverplichtingen mogen voor een periode van 6 maanden geen faillissement aanvragen en dienen zich te onthouden van dwang- en invorderingsmaatregelen. Deze maatregel zorgt ervoor dat banken geen posten in (gedwongen) default krijgen. Zo houden we een gezonde financiële sector. Daarnaast zijn er geen gedwongen faillissementen door de crisis.
Actie C: Intelligente kickstart van onze economie
Beginnen met het organiseren van een representatieve steekproef zodat Nederland weet waar het staat: zowel een steekproef op het gebied van huidige besmettingen als op het gebied van immuniteit. Zo krijgen we een beeld van de mate waarin het virus zich al heeft verspreid.
Kinderopvang beschikbaar maken, zodat ouders aan het werk kunnen met voldoende beschermingsmiddelen voor het uitvoerend personeel.
Het werk en de omgeving zo inrichten dat de social distance in stand blijft, meten van koorts bij de ingang (entre-meting) en beschermingsmiddelen voor personeel. De 1,5 meter-economie. Dit ook toepassen in horecagelegenheden, kappers etc..
Subsidiariteit toepassen. Besluitvorming over welke soorten- en op welke locaties ondernemers de deuren weer kunnen open vindt plaats in veiligheidsregio’s.
Zorgen dat er goede beschermings- en testmiddelen beschikbaar zijn. Mondkapjes, wegwerphandschoenen, infrarood-thermometers, corona-tests waardoor er gewerkt kan worden met een aanvaardbaar besmettingsgevaar. Hier ligt een taak voor de overheid om voor voldoende capaciteit te zorgen.
Indien bij personen koorts wordt gemeten (bijvoorbeeld tijdens de entree-meting) moeten deze personen worden doorverwezen naar de coronatest. Door te testen wordt duidelijk wie er drager is van het corona-virus. Deze personen isoleren en daarmee een ‘lock-in’ creëren.
Bij aanvaardbaar risico is het onvermijdelijk dat er toch nog mensen ziek worden. Daarvoor voldoende IC-capaciteit inrichten.
Overheidsopdrachten laten doorlopen en nieuwe opdrachten versneld op de markt brengen. Dit geldt voor hogere, lagere en semi-overheden.
Ondernemers moeten overheidsopdracht op tijd kunnen factureren. De betalingen dienen binnen 14 dagen uitgevoerd te worden.
Vergunningsregels versoepelen zodat private investeringen versneld kunnen worden opgestart. Denk hierbij ondermeer aan bouw- en infraprojecten.
BTW terug naar het oude niveau om de consumptie te bevorderen. Hoog tarief naar 19% en laag tarief naar 6%.
Boost voor de horeca in de vorm van een cheque 50 euro per huishouden, enkel te besteden in de Nederlandse horecasector exclusief thuisbezorging maar verder zo breed mogelijk.
Geen verplicht minimum DGA loon voor het boekjaar 2020.
Kortom:
Huidige maatregelen schieten voor een hele grote groep ondernemers tekort;
Er komt een extra optie die deze groep ondernemers ook vooruit helpt;
Die optie is voor de gehele MKB-markt toepasbaar, vooral voor bedrijven met weinig of geen personeel;
Het beoogde doel van kabinet (personeel in dienst houden) blijft intact;
De omzetvergoeding geldt voor ZZP-ers en MKB ondernemers met omzet tot 50 miljoen euro en is vooral voor klein MKB + ZZP’er dé oplossing;
Dekt veel meer kosten voor de ondernemer dan enkel de personeelskosten;
Maandelijkse uitbetaling;
ZZP-bijstandsvergoeding kan vervallen en neemt druk weg bij gemeenten.