FVD-senator Paul Frentrop: AOW is de hoeksteen van ons sociale stelsel!
FVD-Senator Paul Frentrop (1954) heeft vandaag in de Eerste Kamer een toespraak gehouden over de AOW en het sociale stelsel in Nederland. In zijn toespraak benadrukt Frentrop het essentiële belang van een goede oudedagvoorziening. Frentrop legt uit dat dieren ook voor hun jongeren zorgen, maar dat het zorgen voor ouderen iets is wat uitsluitend de mens doet. Daarom is het zeer zorgelijk hoe in Nederland kabinet op kabinet heeft beknibbeld op onze ouderenzorg, de AOW al jaren niet wordt geïndexeerd en de AOW-leeftijd voortdurend opschuift (ook voor mensen in zware beroepen). FVD wil de AOW leeftijd bevriezen op 66, na 40 jaar zwaar werk altijd AOW ter beschikking stellen en de hoogte van de uitkering indexeren zodat gecorrigeerd wordt op inflatie. Hier is wel degelijk voldoende geld voor in Nederland: men moet alleen andere keuzes maken.
Dit is een beknopte versie van de toespraak, voor de volledige toespraak verwijzen wij u graag door naar de video.
De AOW die in 1956 ingevoerd is, was de eerste op verplichte premiebetaling rustende verzekering voor alle Nederlanders. En daarmee de eerste echte volksverzekering.
Terecht de eerste. Want een mens loopt vele risico’s. Kenmerk van een beschaafde samenleving is dat we medemensen bijstaan die door kwade kansen, slachtoffer zijn van tegenspoed. Het kan dan gaan om schade aan eigendommen. Of om schade aan het lichaam door ongeval of ziekte. Of om het niet meer in staat zijn voor jezelf te zorgen. Sommige mensen hebben in hun leven pech en als samenleving helpen we die mensen.
De fractie van Forum van Democratie denkt te kunnen zeggen dat de AOW een van de mooiste wetten is die ooit in Nederland is ingevoerd. De premieheffing belichaamde de solidariteit tussen arm en rijk omdat hogere inkomens meer premie betaalden, terwijl de uitkering voor iedereen gelijk was. De AOW is een bodempensioen voor ALLE ouderen.
De AOW is daarmee de hoeksteen van ons sociale stelsel. De eerste steen van een gebouw dat inmiddels is uitgedijd en is overwoekerd met zoveel regelingen, uitkeringen en subsidies dat het op instorten staat.
De regering maakt sinds 2012 echter de fout te tornen aan het fundament van ons sociale stelsel in plaats van de wildgroei te snoeien. De opeenvolgende kabinetten Rutte zaagden aan de wortels, in plaats van te knippen aan de uitlopers.
Een regering heeft zijn prioriteiten niet op orde, wanneer die miljarden uitgeeft aan subsidies voor klimaatbeleid, die geen enkele invloed hebben op het klimaat, en tegelijkertijd zegt: we moeten bezuinigen op de financiële basis van de voorziening voor burgers op hun oude dag. Want burgers worden steeds ouder en dat wordt te duur. Dus laat ze maar langer doorwerken.
Steeds maar weer aan de hoeksteen van ons sociale stelsel morrelen is niet de manier om het vertrouwen van de burger in de politiek te herwinnen. Een AOW leeftijd hoort vast te staan. Forum voor Democratie heeft daarom in de Tweede Kamer de motie ingediend om de AOW leeftijd te fixeren op 66 jaar. Daarvoor is echter geen meerderheid gevonden.
De tweede pijler, die van de collectieve pensioenen, is gebaseerd op veel minder fraaie wetgeving dan de AOW. In de tweede pijler is de in loondienst werkende burger ook verplicht om mee te doen, maar wordt de uitvoering van de regeling overgelaten aan werkgevers- en werknemersorganisaties, die niet noodzakelijkerwijs het algemeen belang als leidraad hebben.
Die pensioenen zijn dan ook al herhaaldelijk gekort. Stiekem. Eerst door de basis ervan terug te brengen van eindloon naar middelloon. Vervolgens heeft de sector naast het vertrouwde begrip ‘pensioengerechtigde leeftijd’ (dat was de wettelijke leeftijd waarop je AOW en dus ook pensioen ontving) ook het lelijke woord ‘pensioenrichtleeftijd’ ingevoerd. In plaats van met 65 jaar ontvangen veel mensen daarom pas per 68 jaar pensioen. Daarbovenop compenseren pensioenfondsen al een jaar of tien de geldontwaarding niet meer. Dat scheelt – al is het niet direct zichtbaar – onze bejaarden nu al meer dan 10 procent koopkracht en alle werkenden straks ook.
Al die kortingen waren voor de meeste mensen niet goed zichtbaar, maar binnenkort zijn al die jaren van wanbeleid niet langer te verdoezelen. De Nederlandsche Bank geeft aan dat de grootste pensioenfondsen volgend jaar waarschijnlijk hun contante uitkeringen zullen moeten verlagen.
Tenslotte komen we op de derde pijler van ons stelsel van financiering van de oude dag. Dat is een individuele pijler. Mensen kunnen zelf sparen voor hun oude dag.
In mijn jeugd, in de tijd dat de AOW net was ingevoerd, werd spaarzin – als deugd - van overheidswege aangemoedigd, zelfs bij kinderen. De Rijkspostspaarbank bood met een product als ‘de zilvervloot’ spaarrekening al de mogelijkheid om zakgeld opzij te zetten voor later. Het huidige beleid is tegenover gesteld. Wie zo verstandig is om zelf te sparen wordt daar sinds het jaar 2000 door de regering voor gestraft.
Toen hebben minister van financiën Zalm (VVD) en zijn staatssecretaris Vermeend (PvdA) de vermogensrendementsheffing ingevoerd. Dezelfde twee partijen die 12 jaar later de pensioenleeftijd zouden verhogen, besloten in 2000 om mensen die zelf spaarden voor hun oude dag teveel geld hadden en maar eens moesten worden aangepakt. Zij moesten 30 procent inleveren van het rendement dat ze haalden op geld dat ze opzij hadden gelegd, nadat ze op hun inkomsten al het hoogste belastingtarief hadden betaald.
Hoeveel rendement een belegger precies behaalde, was te lastig om na te gaan. Dus werd uitgegaan van een forfaitair rendement van 4 procent. Destijds zei de minister over die 4 procent dat dit beoogde het reële rendement te zijn dat iemand op de langere termijn met beleggen risicovrij moest kunnen halen. In 2000 kon dat ook makkelijk, en daarom morden slechts weinigen over die extra last.
Maar toen kwam de euro, en die bleek een ramp, toch wilde de heer Draghi hem redden en daarom kregen spaarders geen rente meer. Het tweede kabinet Rutte wilde de 3 miljard opbrengst van de belasting op sparen echter niet opgeven en toenmalig staatssecretaris Wiebes haalde in 2017 de angel uit de zaak door kleine spaarders lager te belasten en grote spaarders hoger. Die laatste konden volgens hem risicovrij makkelijk 5,6 procent rendement halen, hoewel pensioenfondsen dat toen al lang niet meer konden.
Deze aanpak van de derde pijler is symptomatisch voor de technocratische wijze waarop opeenvolgende kabinetten omgaan met de oudedagsvoorziening. Mensen worden gestraft als ze zelf hun oude dag willen veilig stellen en worden verplicht om dat te laten doen door sociale partners.
FVD was in de Tweede Kamer één van de twee partijen die tegen dit wetsvoorstel heeft gestemd. Om principiële redenen en terecht, want dit is geen fraai wetsvoorstel. En het is onderdeel van een slechte reeks. In 2012 is de pensioenleeftijd van 65 losgelaten. Drie jaar later, in 2015 sloeg de paniek helemaal toe en is de verhoging van de AOW leeftijd versneld. Nu weer vier jaar later, wordt die versnelling weer gedeeltelijk teruggedraaid, zodat de AOW leeftijd van 67 niet in 2022 maar in 2024 wordt bereikt. Verwacht U dat mensen daarvoor ‘dank u wel’ zeggen? Ik denk niet dat ze dat zullen doen. Want dit is niet duurzaam besturen. Dit wekt geen vertrouwen in de overheid.
Forum voor Democratie heeft bij het debat in de Tweede Kamer de motie ingediend om de AOW leeftijd te handhaven op 66 jaar. Omdat de pensioenleeftijd hoort vast te staan in een beschaafde samenleving en niet moet worden verschoven als de AOW duurder wordt. Die motie kreeg echter onvoldoende steun.