Van Duijvenvoorde stelt Kamervragen over tientallen miljarden die weglekken naar buitenlandse defensie-industrieën

De regering wil de defensie-uitgaven de komende tien jaar verdubbelen van 20 miljard naar bijna 40 miljard euro. Dit is in lijn met de nieuwe NAVO-norm die stelt dat 3,5 procent van het bruto binnenlands product direct naar defensie-uitgaven dient te gaan. In theorie zou deze astronomische investering kunnen bijdragen aan economische groei, innovatie en versterking van de Nederlandse veiligheid. Maar uit nieuw onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat deze miljardeninvesteringen in werkelijkheid nauwelijks iets opleveren voor Nederland. Het overgrote deel van de nieuwe investeringen zal vloeien naar het buitenland, waardoor de Nederlandse economie achterblijft.

Naar schatting zal 61 procent van de nieuwe defensie-investeringen worden besteed aan import van materieel zoals vliegtuigen, wapensystemen en voertuigen. Nederlandse bedrijven profiteren hier ronduit niet van. Daarnaast waarschuwt het CPB dat de hogere uitgaven zelfs negatief kunnen uitpakken voor de economie. Personeelstekorten zullen verder oplopen, omdat defensie meer mensen wil aannemen. Sterker nog, hierdoor zal de economie zelfs krimpen, omdat defensie arbeidstekorten vergroot bij sectoren die wél economische groei opleveren. Daarnaast zullen andere investeringen worden verdrongen. Meer geld naar buitenlandse fabrikanten betekent logischerwijs mínder geld voor andere sectoren die wél bijdragen aan de groei van de Nederlandse economie.

Hoewel het kabinet beweert dat deze miljarden werkgelegenheid, innovatie en groei opleveren, laten de feiten een heel ander beeld zien. Om duidelijkheid te krijgen over deze tegenstrijdigheden en om inzichtelijk te maken welke gevolgen de miljardenuitgaven werkelijk hebben, stelt Peter van Duijvenvoorde Kamervragen aan de minister van Defensie.

Schriftelijke vragen van het lid Van Duijvenvoorde (FVD) aan de minister van Defensie over de economische impact van extra defensie-uitgaven volgens het Centraal Planbureau (CPB).

1. Is de minister bekend met het NOS-artikel - op basis van onderzoek van het CPB - over de beperkte economische impact van extra defensie-uitgaven?
2. Hoe beoordeelt de minister het CPB-onderzoek dat de meeste defensie-investeringen geen economische groei in Nederland zullen opleveren?
3. Wat is het plan van de minister om te voorkomen dat extra investeringen slechts zullen leiden tot een budget-stapeling zonder operationele verbetering?
4. Waarom kiest het kabinet ervoor om Nederlandse investeringsuitgaven grootschalig te besteden in het buitenland?
5. Is de minister bereid een plan te ontwikkelen om de Nederlandse defensie-industrie te versterken zodat er minder Nederlands belastinggeld naar het buitenland lekt?
6. Hoe voorkomt de minister een verdere krapte op de arbeidsmarkt doordat defensie extra personeelsleden probeert te werven?
7. Kan de de minister uitsluiten dat de extra defensie-uitgaven worden gefinancierd middels lastenverzwaringen die een negatief effect zullen hebben op de Nederlandse economie, zoals het CPB waarschuwt?
8. Waarom investeert defensie relatief weinig in zogeheten ‘dual-use’ technologie, die dus ook de civiele innovatie versterkt?
9. Hoe verklaart de minister dat het kabinet defensie-uitgaven presenteert alsof ze economische groei zouden genereren, terwijl het CPB nu duidelijk laat zien dat dit niet tot nauwelijks het geval is?
10. Is de minister bereid transparanter te zijn over de beperkte impact die extra defensie-investeringen zullen hebben op de Nederlandse economie?
11. Deelt de minister de opvatting van Forum voor Democratie dat defensie-investeringen - waar mogelijk - zo veel mogelijk ten goede zouden moeten komen aan de Nederlandse economie en de Nederlandse defensie-industrie?
12. Kan de minister inzichtelijk maken wat de gevolgen zijn voor de arbeidsmarkt wanneer defensie inzet op uitbreiding van het personeelsbestand?
13. ⁠⁠Is de minister bereid om de focus veelal te leggen op Nederlandse productie en industrie in plaats van het buitenland?
14. Kan de minister een transparante kosten-effectiviteitsanalyse opstellen waarin duidelijk wordt in hoeverre extra uitgaven zorgen voor daadwerkelijke weerbaarheid en veiligheid van Nederland?
15. Hoe verhouden de investeringen in materieel, zoals wapensystemen en voertuigen, zich tot de met name digitale bedreiging zou vormen?
16. Hoe verantwoordt de minister dat Nederlandse belastingmiddelen vooral buitenlandse defensie-industrieën - en daarmee hun weerbaarheid - versterken?
17. Ziet de minister mogelijkheden om Nederlandse belastingmiddelen meer in te zetten voor de Nederlandse defensie-industrie en de Nederlandse weerbaarheid?
18. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat defensie-uitgaven maximaal rendabel zijn?