menu

Column Thierry Baudet

Eurobonds: de rubicon voor Europese eenmaking

Eurobonds: de rubicon voor Europese eenmaking

Eurobonds staan op de agenda van de Europese Unie: het uitgeven van schuldpapier en (daarmee) de collectivisering van staatsschulden op Europees niveau. Het is al decennia een gedroomde vervolgstap in de alsmaar voortgaande Europese eenmaking. Geen wonder dat eurofielen zo enthousiast zijn: wanneer de EU de macht verwerft om zelf obligaties te gaan uitgeven, is ze feitelijk ‘een staat’ geworden. Ze kan dan zelf - in principe onbeperkt - geld gaan uitgeven, projecten financieren, een leger opbouwen, enzovoorts - en hoeft daarvoor niet meer de hand op te houden bij de lidstaten. Die zijn dan definitief op een zijspoor gezet, en hebben het nakijken. De macht ligt vanaf dan bij Brussel.

Dit gegeven - de overdracht van soevereiniteit - lijkt grotendeels te ontsnappen aan de discussie die over eurobonds gevoerd wordt. In plaats daarvan focust men op de economische risico’s en de begrotingsafspraken die ermee gepaard moeten gaan. Belangrijk, en terecht - maar niet het fundamentele punt. Neem het interview dat de nieuwe president van De Nederlandsche Bank (DNB), Olaf Sleijpen, afgelopen weekend gaf aan De Telegraaf. Als opvolger van de uitgesproken eurofiele Klaas Knot kiest Sleijpen voor een nuancering van diens enthousiasme voor eurobonds. Hij vindt dat we ‘niet zomaar akkoord [moeten gaan] met de uitgifte van Europese leningen.” Voorkómen moet immers worden, zo stelt hij, “dat de schuldenberg in Europa daardoor alleen maar groter wordt.” 

Niet ‘zomaar’ akkoord gaan dus, tenzij we bepaalde ‘garanties’ kunnen afdwingen. Dat hebben we eerder gehoord. Bijvoorbeeld bij de invoering van de euro. Heeft toen ook niet echt gewerkt, en bovendien ging ook toen de discussie voorbij aan de politieke kant van het verhaal: dat je door je munt op te geven enorm veel soevereiniteit overdraagt.

Het hoofdredactioneel commentaar van De Telegraaf van 10 november jl. noemt de waarschuwing van Sleijpen “zeer welkom”. We mogen namelijk niet voorbijgaan, aldus de krant, “aan de Nederlandse risico’s voor de cadeautjes voor Frankrijk en Italië.” Volgens De Telegraaf is het goed dat de DNB-president “als strenge voorwaarde [stelt] dat financieel ongezonde landen extra moeten bezuinigen als er meer eurobonds komen.” Maar, aldus het hoofdredactioneel commentaar, “is [dat] een goede stap maar niet streng genoeg. De begrotingsregels worden al jaren met voeten getreden. Nederland moet er geharnast ingaan: eurobonds zijn uitgesloten zolang landen als Frankrijk en Italië geen orde op zaken hebben gesteld.”

Dit commentaar is exemplarisch voor de financieel-economische tunnelvisie waartoe de discussie over eurobonds wordt versmald. “Orde op zaken stellen”. En: “risico’s”. Als eerste dan even daarover: dat orde op zaken stellen gaan ze nooit doen. Je kunt van Grieken geen Duitsers maken. Je kunt van Fransen geen Nederlanders maken. Hoeveel afspraken je ook maakt, hoeveel ‘waakhonden’ en ‘controlemechanismen’ je ook inbouwt. De economieën van Zuid Europa zullen tot in lengte der dagen zwakker blijven dan de Noord Europese. Daardoor zullen ze altijd tegen hogere rentes moeten lenen, en zullen ze dus altijd geld blijven kosten aan de Noordelijke landen indien we de schulden collectiviseren.

Maar ten tweede: het probleem is fundamenteler, en gaat over overdracht van soevereiniteit. Wanneer de Europese Unie zelf geld kan uitgeven, zal de federalisering in rap tempo worden voortgezet. De overgebleven soevereiniteit zal in rook opgaan omdat de EU de lidstaten niet meer nodig heeft voor goedkeuring van de projecten die ze nastreeft. 

De EU wordt dan een superstaat met een eigen leger, een eigen regering en eigen schulden. De Nederlandse politiek zal het gebeuren aanschouwen en roepen dat dit allemaal niet zo afgesproken was. We wilden niet zomaar instemmen met een Europees leger, niet zomaar instemmen met het betalen van een hogere rente; met een Europese superstaat. En toch kwam ‘ie er! Nee dus. Niet doen. Eurobonds zijn zowel economisch onverantwoord als politiek onaanvaardbaar.