menu

Waarom FVD niet naar de toespraak van Zelensky gaat

Waarom FVD niet naar de toespraak van Zelensky gaat

Waarom FVD het uitnodigen van president Zelensky in de plenaire zaal afwijst en afwezig zal zijn bij zijn toespraak en het daarop aansluitende Kamerdebat

Donderdag 31 maart houdt de Oekraïense president Volodymyr Zelensky een videotoespraak in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. De Tweede Kamerfractie van Forum voor Democratie (FVD) zal daar niet bij aanwezig zijn. Evenmin zullen we deelnemen aan het debat dat erop volgt.

Hieronder lichten we toe wat de gronden zijn voor die beslissing.

Allereerst: de geplande toespraak van Zelensky in de plenaire zaal van de Tweede Kamer vormt een resolute breuk met een democratische traditie van meer dan 170 jaar. Nooit eerder in de geschiedenis van onze democratie sprak een buitenlands staatshoofd in de Tweede Kamer. (1)

Daar is een goede reden voor: de democratische besluitvorming in het Nederlandse parlement dient geheel onafhankelijk tot stand te komen; afgeschermd van buitenlandse beïnvloeding, ongehinderd door buitenlandse belangen.

In oorlogssituaties is, zoals bekend, de waarheid gewoonlijk het allereerste slachtoffer. Te midden van de ‘mist der oorlog’ is het ontzettend lastig om propaganda te onderscheiden van nuchtere feiten. Niet zelden bleken de afgelopen jaren claims, beschuldigingen of heldenverhalen uit conflictgebieden bij nader inzien heel ánders te liggen dan eerst werd gedacht.

En natuurlijk moeten besluiten soms onvermijdelijk worden genomen op grond van onvolledige informatie - maar de Tweede Kamer zou er toch in elk geval naar moeten streven om een plek te zijn waarin met rust en distantie, op basis van hoor en wederhoor, wordt gekeken naar situaties in Nederland en de rest van de wereld. Hierbij hoort slechts één belang centraal te staan: het Nederlandse.

Op emotionele gronden, op basis van persoonlijke sympathie of onder de indruk van een aangrijpende toespraak a priori partij kiezen in een conflict, past daar absoluut niet bij; sterker, het is daarmee onverenigbaar.

Overigens weerhielden dezelfde argumenten het Oostenrijkse parlement er reeds van Zelensky een podium te geven: “Dat zouden we ook niet willen voor Poetin, of een andere strijdende factie.”

Precies dit zou de lijn van het Nederlands parlement moeten zijn. Wij zijn geen platform voor eenzijdige adhesiebetuigingen. En we zouden dat al helemaal niet moeten zijn in uiterst complexe internationale conflicten.

Het is naïef en zelfs absurd om Zelensky te zien als een halve heilige. Onlangs verbood hij elf (!) politieke partijen, waaronder de grootste oppositiepartij van het land. Kritische tv-stations zijn al geruime tijd verboden, terwijl de overgebleven tv-stations sinds kort verplicht zijn 24 uur per dag propaganda uit te zenden. Hij neemt deel aan uiterst dubieuze financiële constructies zoals via de Panama Papers naar buiten is gekomen. Met nazisymbolen poseert een deel van zijn leger in dikwijls zeer onverkwikkelijke poses. En onlangs lekten via social media ook de meest afschrikwekkende daden van geweld richting - naar het zich laat aanzien - hulpeloze Russische krijgsgevangenen door - hoogstwaarschijnlijk - Oekraïense troepen uit. Dit alles maakt een videotoespraak in ons parlement op zijn zachtst gezegd ongemakkelijk.

Daarmee willen we geen partij kiezen maar vooral zeggen, dat de situatie in Oekraïne wat FVD betreft geen simplistisch goed-fout-denken verdient. Wie wil bijdragen aan een duurzaam vredesbestand - of zelfs maar aan écht begrip van de nu ontstane (en uiterst betreurenswaardige) situatie - moet juist genuanceerd naar de omstandigheden kijken. Met een beschuldigende vinger wijzen naar een van de strijdende partijen, en ondertussen de boel - mogelijk - nog verder doen escaleren door het idealiseren van een andere strijdende partij (in een conflict met minstens drie, maar waarschijnlijk nog wel méér betrokken partijen), of ook het meegaan in de oorlogsretoriek van het moment: het staat allemaal een spoedig en duurzaam einde van het geweld in de weg.

En dan het debat. Wat ons betreft is het direct na zo’n toespraak van een vermoedelijk zeer emotioneel betrokken president, die in direct militair treffen is verwikkeld en die ongetwijfeld aanspraak zal maken op gevoelens van medeleven en verhevigde dadendrang, niet het moment voor reflectie.

Zoals je ook geen weloverwogen, evenwichtig gesprek voert in de Kamer over het Palestijns-Israëlisch conflict nadat je in de plenaire zaal eerst een meeslepende documentaire over opgroeien in Gaza hebt getoond. Beide passen niet bij de taak van een parlement: het bieden van een eenzijdig platform voor de vertolking van één enkele zijde van een vraagstuk of conflict; noch het direct daarna, in verhitte stemming, voeren van een debat.

Begrijp ons goed: óók als het hier ging om een universeel ondersteunde en conflictloze kwestie waarover eenieder het eens was - bijvoorbeeld het tegengaan van kindermisbruik, het redden van zeehonden, het verminderen van plastic in de oceaan - zouden we er niet voor zijn om buitenlandse staatshoofden de Tweede Kamer te laten toespreken.

Maar bij een uiterst ingewikkelde kwestie als onderliggende - met mogelijk gigantische risico’s en implicaties voor de hele wereld - is dat nog sterker het geval.

Ons standpunt met betrekking tot de situatie Oekraïne is genoegzaam bekend en reeds uitvoerig toegelicht in verschillende Kamerbijdrages. Wij blijven voorstander van een diplomatieke oplossing waarbij in trilateraal verband (Rusland, Oekraïne én NAVO/EU) naar een evenwichtig compromis wordt gezocht dat recht doet aan de belangen van - allereerst - de Oekraïners zelf (en daarmee bedoelen we nadrukkelijk: álle Oekraïners, niet alleen de West-Oekraïners) maar ook die van Rusland en Europa/Amerika.

Vanzelfsprekend zullen we ons op een volgend moment ook weer roeren in debatten over dit onderwerp. Maar donderdag 31 maart zijn wij het aan onze democratie verplicht om te zwijgen.


1. Eerder hebben in zéér uitzonderlijke gevallen buitenlandse staatshoofden de Nederlandse politiek toegesproken. Zoals Churchill in 1946. Maar nooit was dit in de plenaire zaal tijdens een officiële vergadering. Dat was namelijk niet toegestaan. Pas na een herziening van het Reglement van Orde is het mogelijk om een buitenlands staatshoofd te ontvangen in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.