Boerenstand geofferd voor kommavlinder, tapuit en twee soorten mos?
Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) stuurde eind juli een rapport naar de Tweede Kamer waarin werd gesteld dat het slecht gaat met de Nederlandse natuur. Slechter nog dan eerder werd beweerd. Een feitelijke onderbouwing voor deze stellingname is nog altijd niet geleverd. Nu blijkt uit onafhankelijke metingen dat het juist goed gaat met de Nederlandse natuur.
Tijdens het stikstofdebat confronteerde Van Meijeren de minister met de grote misvatting die aan de basis ligt van haar beleid. De doembeelden die ze schetst met betrekking tot de Nederlandse natuur worden namelijk niet ondersteund door feiten. Volgens Van Meijeren stuurt de minister te veel op modellen die - op z’n zachtst gezegd - een vertekend beeld geven van de realiteit.
Uit metingen van de Nationale Databank Flora en Fauna blijkt dat de toestand van de Nederlandse natuur sinds 2000 stabiel is, of zelfs verbeterd. Van de 521 soorten, die samen een representatief beeld geven van de totale ecologische toestand van de zogenaamde Natura2000-gebieden, komen slechts vier (!) soorten sinds het jaar 2000 minder voor met stikstofuitstoot als voornaamste oorzaak. Het gaat om de kommavlinder, de tapuit en twee soorten mos. Daartegenover staat overigens ook nog eens dat vier andere soorten sinds 2000 juist hun herintrede hebben gedaan in de Nederlandse natuur.
Onderaan de streep blijft er volgens deze officiële cijfers niets over van de horrorverhalen die worden verteld over de biodiversiteit, die volgens de minister aanleiding geven om de agrarische sector in te krimpen.
Eenmaal geconfronteerd met deze feiten, was de reactie van de minister verbijsterend. Ze weigerde inhoudelijk in te gaan op de vragen van Van Meijeren. Kijk mee naar dit veelzeggende moment in de Tweede Kamer.
Zolang de antwoorden uitblijven is er geen andere conclusie mogelijk dan dat het stikstofbeleid met de staat van de natuur niets te maken heeft.